11 MAART 1959
69
2n. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag:
De heer HULSKRAMER merkt op, dat er in het Brabantpark vele
garages leeg staan, die door de gemeente gebouwd zijn. Spreker vraagt
burgemeester en wethouders een overzicht te verstrekken hoeveel garages
er zijn, hoe hoog de huurprijs is en hoeveel er leeg staan.
Antwoord:
In het complex 162 étagewoningen aan de Lage Kant en de Nieuwe
Inslag zijn 54 ingebouwde garages opgenomen. De huurprijs van deze
garages bedraagt al naar gelang de grootte 20,of 22,50 per maand.
Bij het complex 268 eengezinswoningen zijn 24 garages gebouwd aan
de Karbouwstraat en de Wolvenring. Deze garages zijn kleiner dan die
bij de étagewoningen. De huurprijs ervan bedraagt 17,50 per maand.
Weliswaar staan er van de eerstgenoemde 54 thans nog 41 leeg en van
laatstgenoemde 24 nog 8, doch er moet niet uit het oog verloren worden,
dat het complex van 268 woningen pas onlangs is gereedgekomen. Ver
wacht mag worden, dat het totaal van 78 garages op den duur toch wel
nodig zal zijn voor deze omgeving, waarin 430 woningen staan.
Vraag:
De heer HULSKRAMER vraagt of burgemeester en wethouders er op
willen toezien, dat ook in de buitenwijken regelmatig sneeuw wordt geruimd.
Na de sneeuwval was de toestand o.a. in het Liniekwartier en Belkrum-
kwartier onhoudbaar.
Antwoord:
Bij bestrijding van gladheid en sneeuwruimen wordt steeds gewerkt
volgens een urgentielijst, opgemaakt door de commissaris van politie, waar
bij aan de busroutes vooral aandacht wordt besteed.
Noch hier, noch in andere steden kan men er de eerste dagen en
nachten toe komen meer dan de urgentielijst af te werken, vooral niet,
als de sneeuwval zich telkens herhaalt.
Pas daarna kan aan de buitenwijken gewerkt worden, waarb'j de voor
naamste verkeerswegen wederom voorrang hebben.
Vraag:
Mej. t' SAS vraagt burgemeester en wethouders de verlichting van de
Prins Frederiklaan te doen verbeteren.
Antwoord:
De verlichting van de Prins Frederiklaan voldoet niet meer aan de
thans te stellen eisen. Dit geldt voor vele straten in Ginneken, welke
van sterk verouderde elektrische straatverlichting zijn voorzien. Ook de
nog in vele straten aanwezige gasstraatverlichting behoeft dringend ver
vanging, mede op economische motieven. De verwezenlijking van deze
verlangens is o.i. het meest doelmatig te effectueren via een meerjaren
plan, waaromtrent wij ons beraden.
V raag:
De heer VAN DE NOORT brengt in herinnering, dat enige dagen