p r 11 MAART 1959 73 5. Elektriciteitsvoorzieningen in uitbreidingsplan Mariaveld. 6. Bestratingswerken in uitbreidingsplan „Doornbos". Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 7. Wijziging verordening ex artikel 11, le en 2e lid, der winkelsluitings- wet 1951. De heer KRAMERS heeft bezwaar tegen dit voorstel. Hij vraagt zich af waarom dit moet gebeuren. De toestand bestaat niet eerst sedert 1958, doch het is een traditie, die al jaren en jaren bestaat. Tijdens de kermis geven enkele winkeliers in de Halstraat hun panden in gebruik aan andere personen, die er dan voor de kermis geëigende artikelen verkopen. Het zijn maar enkele winkeliers die dit doen; het betreft geenszins grote zaken. De mensen hebben in hun jaarlijkse begroting deze extra inkomstpost ver werkt. Het zijn niet alleen winkels maar ook werkplaatsen en poorten; daartegen is niets te doen. Het gaat dus uiteindelijk om 2 of 3 winkels. Spreker acht het voorstel niet urgent; hij verzoekt de zaak te laten zoals die al sinds jaren bestaat. n<ra,'1 r slee Ut:S De heer QUADEKKER zegt geenVBredanaar te zijn, ofschoon hij 20 jaar in Breda woont. Halstraat geeft tijdens de kermis een zekere sfeer/)deze straat heeft een bepaalde affectie gekregen. Indien het j-E voorstel stringent zou worden gelezen, dan geldt het verbod ook voor-jv 3 andere winkels. De winkel van t' Sas op de Grote Markt b.v. verkoopt normaal geen zuurstokken, tijdens de kermis echter wel. Deze zaak zou p - dan feitelijk tijdens de kermis ook geen zuurstokken mogen verkopen. Laat die enkele zakenmensen in de Halstraat toch die extra inkomsten - ir hebben, door verhuur van bepaalde ruimten. Hij wil hiervoor een lans w breken. Spreker verzoekt de zaak te laten zoals hij is. De heer NIEUWLAAT kan het betoog van de heer Kramers onder- JJ" p schrijven. Het gaat om enkele incidentele gevallen. Heeft het verhuren e van de hierbedoelde winkels wel iets te maken met de verpachtingsvoor- waarden van de kermis? Spreker ziet dit niet in. Hij kan niet met het T voorstel meegaan. S> De heer VAN HOUTEN kan voorgaande sprekers onderschrijven. Hij 'ff ziet in het voorstel een ernstige belemmering van de vrijheid van de desbetreffende winkeliers. Het is geen inbreuk op de vestigingswet, als de winkeliers andere artikelen laten verkopen. Burgemeester en wethouders willen dit bezwaar tijdens de kermis wel laten wegen. Hij kan zich niet met het voorstel verenigen. De heer VERMEULEN wil, ofschoon zijn partij nog niet in de oppo sitie is, terzake ook wel een en ander opmerken. Wat is hier nl. het geval? De gemeente verhuurt de standplaatsen op de kermis tegen de hoogstbiedende; het aantal beschikbare plaatsen is gelimiteerd. Men mag dus verwachten dat de inschrijvers die een hoge pachtsom hebben betaald niet langs andere wegen worden beconcurreerd. De heer Kramers heeft gezegd, dat het een reeds lang bestaande toestand is, waarmede de inschrij vers voor de kermis zeker rekening zullen houden. De mensen op het kermisterrein betalen een hoge pachtprijs, dit in tegenstelling met de mensen die in een straat een bepaalde ruimte huren. Destijds zijn geen bezwaren gemaakt tegen het verbod om de garages in het Brabantpark als winkel te gebruiken; hier werd de vrijheid van de mensen dus niet aangetast. Men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 73