82 11 MAART 1959 De heer MOL heeft in eerste instantie gevraagd wat de aanleiding is geweest om een architect te vragen een ontwerp te maken. Na de gegeven uiteenzettingen kan hij zich met het voorstel van burgemeester en wet houders verenigen. Hij heeft er goede nota van genomen, dat een architect voor het nieuwe raadhuis is aangezocht waardoor overleg tussen beide architecten kan ontstaan. De heer QUADEKKER is dankbaar voor het duidelijk en enthousiast betoog. Hij vraagt nog wel of, als het ontwerpplan van het architecten bureau Kraayvanger is ontvangen, de gemeente aan dit bureau voor de definitieve opdracht is gebonden. Wethouder STUBENROUCH meent dat hij niet veel meer behoeft toe te voegen aan datgene wat in eerste instantie is gezegd. Hij stelt nog eens nadrukkelijk, dat burgemeester en wethouders geen voorlichting achter wege hebben willen laten. Een commissie van deskundigen heeft burge meester en wethouders in deze geadviseerd. Nu is het moment waarop de raad moet worden ingeschakeld, niet alleen terwille van de goede verhou ding, maar ook omdat er belangrijke bedragen mede zijn gemoeid. Eerst als het krediet door de raad is gevoteerd, kan aan de plannen verder worden gewerkt. Ten opzichte van de gehele positie van Breda moeten we er nu bij zijn en dit kan ook, omdat bepaalde financiële beletselen zijn weggenomen. De zaak moet nu definitief worden aangepakt. De raad doet er verstandig aan om kleine detail-vragen te laten rusten. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het eenieder zijn goed recht is om te menen, dat het het beste zou zijn om een keuze uit meerdere ontwerpen te maken. Spreker ontraadt echter met nadruk om dit te doen. Burgemeester en wethouders menen dat de in het voorstel aanbevolen wijze van werken volkomen verantwoord is en bovendien de kortste is. Het gaat er zeker niet om om zonder de nodige waarborgen voor de raad de plannen te verwezenlijken. Als de raad het krediet heeft gevoteerd wordt de opdracht verstrekt voor het maken van de ontwerpen. De ont werpen met tekeningen e.d. zullen in de informele raad in bespreking worden gebracht. De raad heeft dan nog altijd de bevoegdheid om te zeggen dat men met deze architect niet verder wil werken. Uiteraard mogen de hierbedoelde ontwerpen niet door een andere architect worden uitge voerd. Met nadruk geeft spreker nogmaals te kennen dat de voorkeur aan één architect moet worden gegeven. Men zoekt toch een architect in wie men vertrouwen stelt. Dat wordt ook gedaan als een particulier een huis bouwt. De overheid heeft echter meer financiële mogelijkheden; getracht wordt de grootst mogelijke efficiency uit de besteding van de gelden te halen. Burgemeester en wethouders weten in deze wat ze willen en ook wie ze willen; het is een goed, kundig en vertrouwd architectenbureau. Spreker dringt aan het voorstel aan te nemen. De heer VERMEULEN is erkentelijk voor het ter inzage verstrekken van de volumeschetsen tijdens de pauze. Waren deze schetsen in een eerdere fase ter kennis van de raad gebracht dan had dit veel gediscus sieer gespaard. Spreker heeft, na inzage genomen te hebben van de volume- schetsen, geen enkel bezwaar tegen het voorstel. De VOORZITTER merkt op, dat het zuiver een technische omissie is geweest, waardoor de volume-schetsen niet ter visie hebben gelegen. Het was de bedoeling van burgemeester en wethouders dit wel te doen, dit staat ook in het voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 82