11 MAART 1959
87
de heer Vermeulen mede, dat het verzoek tot oprichting van een school
voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden uitgegaan is van een
bepaalde stichting. De aanvrage voldoet aan de wettelijke eisen, zodat
deze dient te worden ingewilligd. De opmerking van de heer Vermeulen
kan mitsdien ter zijde worden gelegd.
De heer MOL zou gaarne vernemen waar de sporthal komt te liggen.
Hij meent te weten in het Brabantpark. De sporthal komt dan in het groen
te liggen en staat niet in relatie met de stadsbouw. De sporthal kan daarom
een eigen karakter hebben. Hij suggereert een sporthal te bouwen die
uitgaat boven het gemiddelde van wat men in dit opzicht in Nederland
kent. Het zal de eerste grote sporthal in Brabant zijn. Hij adviseert de
Italiaanse architect, Nervi uit Rome, in te schakelen. Deze architect heeft
ook het Unescogebouw te Parijs gebouwd. Deze man zou als adviseur
zijn toe te voegen aan een Nederlandse architect. Men zou daardoor een
sporthal krijgen van uitzonderlijke kwaliteit.
De heer ZIJTREGTOP zegt, dat in het voorstel staat, dat de behoefte
planning opgemaakt is in 1953. Aangegeven is dat er een tekort van 26
gymnastieklokalen is. Inmiddels zijn er 6 jaren verstreken. Is het tekort
van 26 nu nog wel juist?
De heer QUADEKKER zegt geporteerd te zijn voor Bredase en Neder
landse architecten. Om de Paus te zien moet men naar Rome, maar niet
voor een architect.
Wethouder STUBENROUCH merkt allereerst op, dat de opmerkingen
van de heer Vermeulen en de heer Van Bijnen elkaar volkomen dekken.
Hij is het helemaal met de heer Vermeulen eens, dat gespecialiseerde
scholen van verschillende richtingen moeilijk te verwezenlijken zijn. Het
is steeds erg verheugend als er weer een l.o.-school met een bijzonder
karakter wordt opgericht. Spreker beklemtoont de bereidheid van het bestuur
van de onderhavige school om ook leerlingen van andere gezindten op te
nemen. De heer Vermeulen gaat echter verder en wil een gemêleerd
stichtingsbestuur. Dit is zuiver een zaak van het particulier initiatief. In
het onderhavige geval heeft een concreet schoolbestuur een aanvrage
ingediend die aan de wettelijke eisen voldoet.
Volgens de heer mr. Bastiaansen zou er een te geringe haast gemaakt
zijn met de bouw van het gymnastieklokaal aan de Bisonstraat. De urgentie
is wel van 1954 doch eerst eind vorig jaar zijn de financieringsmiddelen
beschikbaar gesteld. Er zijn echter nog enkele stedebouwkundige moeilijk
heden gerezen voor wat de projectie van de zaal betreft. Een dezer dagen
is evenwel het laatste advies van de dienst van openbare werken binnen
gekomen, zodat verwacht wordt dat spoedig tot realisering zal worden
overgegaan.
Spreker merkt vervolgens op, dat nog geen enkele aangelegenheid die
op de sport betrekking heeft in de afdeling voor openbare werken is
geweest. Daar het hier bouwwerken betreft kan hij de opmerkingen wel
onderschrijven, dat het wenselijk was, dat deze voorstellen in de afdeling
voor openbare werken zouden zijn behandeld. Spreker heeft er geen
bezwaar tegen, dat in een volgende vergadering van de afdeling voor
openbare werken deze stukken alsnog ter tafel zullen komen. Burgemeester
en wethouders willen in deze de raad volledig inlichten; het betreft hier
nog een eerdere fase, dan het schouwburgproject. Er is contact gezocht
met de Rijksdienst voor het nationale plan; een aantal schetsen zijn aan
wezig. Met de plannen kan echter nog alle kanten uit worden gegaan.
Zo is er nog de vraag of de sporthal al of niet gecombineerd moet worden
met andere gebouwen; er is ook nog geen architect gekozen. Het betreft