§J 3 16 MAART 1960 109 zoals op bladz. 3 van het voorstel is omschreven, worden opgedragen een ruimere voorlichting in en buiten de school. Hoe denkt men dit op school te doen? Als men aan het onderwijzend personeel denkt dan wil spreker vooraf wel stellen dat er dan niets van terecht komt. Ook de controle van de niet bij een ziekenfonds aangesloten leerlingen zal op een „eveneens eenvoudige wijze" geschieden. Hij is toch wel benieuwd hoe die eenvoudige wijze zal zijn. Voorts staat op blz. 4 van het voorstel dat het administratieve per soneel van de stichting in de gelegenheid zal worden gesteld om in gemeentedienst over te gaan. Doch wat gebeurt er met de in dienst van de stichting zijnde tandartsen? Bij het nieuwe systeem worden de schooltandartsen vervangen door de schoolartsen; wat zeggen de Bredase tandartsen hiervan? Spreker ver moedt wel dat de ontvangen telegrammen geïnspireerd zijn door de Biredase tandartsen» De heer HULSKRAMER vraagt of de huidige stichting op de hoogte is van het thans voorliggende voorstel en of zij ermede akkoord gaat. Hij zou het wel vreemd vinden nu de breuk is hersteld. Voorts informeert 2j re g spreker of bij invoering van het nieuwe systeem de kruisverenigingen bereid zijn mede te werken door inschakeling van de wijkverpleegsters. W N crq 3, Cr- a r-hfó 3 (1 c M, De heer VAN DEN EEDEN zegt dat het voorstel in twee gedeelten g is te splitsen, nl. het wegtrekken van de schooltandverzorging bij de stich- c 3 ting en het overdragen van de werkzaamheden aan de gemeentelijke ge- £f neeskundige en gezondheidsdienst. Spreker is verheugd dat er in de o s stichting overeenstemming is bereikt. Hij vindt het dan ook niet elegant g 3 B om nu ineens de werkzaamheden niet meer door de stichting te laten g verzorgen. Er is gesteld dat men niet veel vertrouwen heeft in die samen- c werking. Spreker daarentegen heeft er alle vertrouwen in; het is een gegeven woord dat de stichting toch wel naar eer en geweten zal hebben p- g gegeven. Hij is voor het particulier initiatief dat voortvloeit uit het sub- sidiariteitsbeginsel."fierst—als dit particulier initiatief tekort schiet, moet- g ■de gemeente het -werk overnemen. Het nieuwe systeem geeft geen enkele 2fö 3- garantie; het is niets anders dan een papieren begeleiding. Het voorstel 3 g <S 5 houdt in dat men de schooltandverzorging naar de gemeentelijke genees- C 3 kundige en gezondheidsdienst overhevelt. Maar is dit nu alleen zalig- -S: §- makend? Er zijn nog andere en misschien betere systemen. Spreker is g het eens met de heer van Gisbergen. Laat het werk voorlopig nog bij f cL'q de stichting. Loopt het niet, dan kan altijd nog naar het thans voorge- g, g 3 5' stelde systeem worden overgegaan. g- o g rf O p 3 o De heer BROEDERS zegt dat het voorstel wel uitputtend is be- 5>o sproken; eerst in de afdeling voor de subsidies, daarna in de fracties. S g S Na dit debat in de raad is zijn standpunt nog niet gewijzigd; hij gaat &10 &- volledig met het voorstel akkoord. Men moet van de Bredase situatie s 0-»° uitgaan. De indicatiestelling en de behandeling geschiedt door de tand- artsen zelf, waarvan de financiering grotendeels geschiedt via de sanerings- kaarten door de ziekenfondsen. Hier ligt nu volgens spreker een grote K taak, nl. de mensen te attenderen op de bestaande mogelijkheden. Er moet een mentaliteits-beïnvloeding plaats vinden; er moet een sfeer geschapen worden waardoor de kinderen zowel tijdens als na de leerplichtige leef tijd de gang naar de tandarts Ieren kennen. En als de heer Drion stelt dat met het nieuwe systeem de tandartsen meer werk krijgen, dan wil spreker daartegenover stellen dat bij de in- S voering van het nieuwe systeem tandartsen vrij komen, die bij het oude systeem in de scholen toch maar heel eenvoudig werk deden. Spreker - N m Q 0)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 109