10 13 JANUARI 1960 dankbaar gestemd zijn t.a.v. hen die in dit opzicht vorm en gestalte geven aan Breda. Wars van alles wat op goedkope vreemdelingenindustrie- of exploitatie wijst, hebben zij initiatieven genomen die waarachtige inhoud en vorm hadden en die Breda ver over de grenzen heen een goede naam hebben bezorgd. Een eresaluut voor hen die vreemdelingenverkeer als een weten schap beoefenen, is hier op zijn plaats. Blijft er nu niets meer te wensen over? Integendeel. Er bestaat m. i. een gerechtvaardigd verlangen naar wat meer ontspanning maar dan op niveau, naar verruiming van aan trekkelijke mogelijkheden van ontspanning en recreatie voor een ruim publiek. Wie moet daarvoor zorgen? Toch zeker niet de overheid in de eerste plaats! Ik heb daarin wel aanleiding gevonden om op het gebied van het sluitingsuur een nieuwe proef te nemen welks inhoud inmiddels door de commissaris van politie aan belanghebbenden is bekend gemaakt en welke ik U bij deze gaarne ter kennisneming aanbiedt. Ik hoop weldra in overleg met diverse personen en instellingen te kunnen treden, teneinde na te gaan wat in deze verder kan worden onder nomen en welke plannen er bij hen leven op langere termijn. Ook het uiterlijk aanzien van de stad in parken en plantsoenen speelt hier uiteraard een grote rol. Wij zouden deze wel het visitekaartje van de gastvrouwe Breda kunnen noemen. De stad beschikt liefst over een totaal van 108,5 ha. gemeentelijke plantsoenen en parken, hetgeen overeenkomt met 10 m2 groen per inwoner. Een niet te onderschatten weldaad, die echter zoals de meeste weldaden Veel geld kost, n.l. 5,36 per jaar per inwoner. Door verdere mechanisatie wordt getracht het arbeidsintensieve karak ter van het bedrijf te verminderen. Dames en Heren, Met nog enkele cijfers van gemeentelijk dienstbetoon en enkele opmer kingen van algemene aard zou ik willen besluiten. Met bezorgdheid lezen wij in het jaarverslag van de commissaris van politie, dat in het afgelopen jaar niet minder dan 17 personen bij aan rijdingen werden gedood. In 1955 waren het er 10; in 1956: 11; in 1957: 11; in 1958: 14 en nu 17. Een cijfer, dat absoluut en relatief zeer hoog ligt en dat ons alle aanleiding moet geven aan de verkeersopvoeding alle aandacht te blijven besteden, maar ook om op het geweten van onze burgers een appèl te doen. Breda neme ook hier een voorbeeld aan Rotterdam, waar bij de entree der stad in grote opmaak is vermeld, dat er in 1959 274 doden minder gevallen zijn. Van de zijde van de brandweer bereiken ons gelukkig mildere cijfers. De door brand aangerichte schade bedroeg in Breda niet meer dan 150.000.-. Zij rukte 330 maal uit. De B.B. zal, zoals U weet, door regeringsmaatregelen een grondige wijziging ondergaan door de invoering van de noodwachtplicht. In de A-kring Breda zijn daarvoor 884 noodwachtplichtigen benodigd, die eind januari allen zullen zijn geënquêteerd, waarvan de bestemming kan worden bepaald en met wier opleiding kan worden begonnen. Ik mag zeker ook in uw aller naam vanaf deze plaats een bijzonder woord van hulde en dank spreken aan het adres van het H.B.B., tevens directeur van het slachthuis, de heer Van Diessen, die, thans helaas aan het ziekbed gekluisterd, met grote toewijding zich aan de opbouw van de vrijwillige B.B. heeft gegeven. Moge hij weer spoedig in ons midden zijn. Ten aanzien van het onderwijs valt zeer veel te zeggen, dat echter het bestek van deze toespraak te buiten gaat. Op dit terrein gaf 1959 stellig de kroon te zien op het vele werk van wethouder, thans Excellentie, Stubenrouch.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 10