16 MAART 1960 111 Welke waarde moet nu gehecht worden aan de houding van de stichting. Hierop kan, zonder een verwijt te willen maken, een vrij duidelijk ant woord worden gegeven. In het college van burgemeester en wethouders is daar dan ook langdurig over gesproken. Drie jaren geleden is het conflict in de stichting uitgebroken, zodat men drie jaren tijd heeft gehad om elkaar te vinden; men bleef een talmende houding aannemen. Ook de Maatschappij voor tandheelkunde heeft drie jaar lang suggesties kunnen doen. Er is evenwel geen voet verzet. Bij de begrotingsbehandeling is toegezegd dat in verband met de moei lijkheden in de stichting burgemeester en wethouders terzake met een voorstel zouden komen. Het eerste wat nu burgemeester en wethouders hebben gedaan is contact opgenomen met de desbetreffende partners, t.w. het Wit-Gele Kruis, het Groene Kruis, de afd. Breda van de Kon. Ned. Mij tot beoefening der tandheelkunde, de tandartsen en de Stichting schooltandverzorging en de beide Bredase ziekenfondsen. In een vrij kort tijdsbestek heeft spreker met al die partijen minimaal tweemaal aan tafel gezeten. Bij deze contacten is aan beide kruisverenigingen de vraag gesteld of een herstel van de oude verhoudingen mogelijk was. (Zij nog opgemerkt dat de kruisverenigingen alleen op dit verzorgingsterrein verschil van mening hebben). Door beide partijen is de vraag categorisch ontkennend beantwoord; welke antwoorden nadien schriftelijk zijn bevestigd. Mét dit standpunt op tafel moest dus een nieuwe verzorging gecreëerd gaan worden. Tijdens de bestudering en opzet van de nieuwe plannen werd enkele dagen nadat het concept-voorstel openbaar werd gemaakt bij gerucht vernomen, dat de kruisverenigingen elkaar gevonden zouden hebben; burgemeester en wethouders werden daarvan echter niet op de hoogte gesteld. Tenslotte is van gemeentewege de kruisverenigingen om een gesprek gevraagd, waarbij werd geïnformeerd of de breuk weer hersteld was en wat de inhoud van de overeenstemming was. Er is toen gebleken, dat de kruisverenigingen elkaar niet op eigen initiatief hadden gevonden. Toen echter de vijand in zicht kwam, meenden de provinciale besturen dat er bemiddeld moest worden en dat dit verzorgingsterrein niet prijs mocht worden gegeven. Zodoende zijn de plaatselijke kruisvereniging opnieuw in eikaars armen gedreven. Daarbij blijft de oude 32-verhouding gehandhaafd, doch men tracht op pariteitsbasis moeilijkheden te voorkomen door een bepaalde techniek in het stemmen toe te gaan passen. Al mag dit naar buiten uit op een overeenstemming lijken, burgemeester en wethouders hebben evenwel geconcludeerd dat het alles mist wat aan een overeenstemming moet worden toegekend. Het mist o.a. de garantie dat de vroegere moeilijkheden zich niet zullen herhalen. Burgemeester en wethouders meenden dan ook dat het geheel te weinig garantie voor de toekomst biedt. Het nieuwe systeem beoogt niets anders dan een zo groot mogelijk aan tal kinderen in de kamer van de tandarts te brengen. Dit systeem past volkomen bij het standpunt dat de Bredase tandartsen terecht innemen nl. dat indicatiestelling een zaak is van de particuliere tandarts. Bij een van de gesprekken is de vertegenwoordiging van de plaatselijke tandartsen gevraagd of dit standpunt nog unaniem wordt ingenomen. Dit is positief bevestigd; er is schriftelijk medegedeeld dat de tandartsen dit standpunt nog onverkort handhaven. In het gesprek van hedenmorgen is ruim van gedachten gewisseld over de mogelijkheden welke zich aandienen om de schooltandverzorging te organiseren. Zijn er fundamenteel drie systemen aan te duiden, door de talrijke variaties op deze systemen mag men stellen dat men in Neder land wellicht wel 20 of 30 methodes kent die bij de organisatie van de schooltandverzorging toepassing vinden. Van een alleen zaligmakend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 111