16 MAART 1960
113
kan dan ook meer dan voorheen op het terzake te voeren beleid invloed
uitoefenen. Er kan om zo te zeggen op ieder moment van de dag over
deze materie van gedachten worden gewisseld. Wel kunnen de kruis
verenigingen ter zake contacten leggen in de wijken. Er zullen evenwel
geen nieuwe wijkverpleegsters behoeven te worden aangesteld. Het
contact moet beperkt blijven tot die gezinnen die zich er tegen blijven
verzetten, medewerking te verlenen.
De tandartsen hebben bij het nieuwe systeem niet meer administratief
werk; een extra carbondoorslag van het ziekenfonds-bericht is slechts
noodzakelijk. Met Mevrouw De Bonte is spreker het eens dat de kleuter
verzorging een uiterst belangrijk terrein is. De gebitssituatie van de kleuter
is een zeer specifiek terrein; het is evenwel nog een experimenteel terrein.
Er zijn een drietal steden die in deze als proefcentra worden gebruikt. Het
zal een wijs besluit zijn om in deze niet te hard van stapel te lopen.
Inderdaad zal, zoals mevrouw De Bonte stelde, bij de uitwerking1 van
het geheel hieraan aandacht moeten worden besteed. Aan het technisch
apparaat zal het nodige vertrouwen moeten worden geschonken.
Er is voorts beweerd dat door het nieuwe systeem het particulier
initiatief wordt gedood. Spreker verklaart met klem dat hij een geheid
voorstander van het particulier initiatief is, maar niet a tort et a travers.
Het particulier initiatief moet wel wezenlijke betekenis hebben. De Bre
dase schooltandverzorging is bepaald niet uit het particulier initiatief
voortgekomen, doch uit de boezem van de raad; een commissie ad hoe
is toen op de zalige of onzalige gedachte gekomen om de kruisverenigin
gen in te schakelen. Na 9 jaren werk door de kruisverenigingen kan
gesteld worden dat zij in deze grovelijk in hun taak te kort zijn geschoten.
Alleen in Breda hebben de kruisverenigingen het werk van de schooltand
verzorging gedaan; dit komt nergens anders in Nederland voor.
Degenen die stellen dat dit werk wezenlijk tot de taak van de Kruis
verenigingen en het particuliere initiatief behoort, moet dan toch worden
tegengeworpen dat, gezien de situatie in den lande, dit particulier initiatief
dan toch danig tekort zou schieten. Men dient in het onderhavige geval
met enige kritische zin het particuliere element in dit werk te bezien.
Particulier is inderdaad de bestuursvorm. Het initiatief kwam echter be
paald niet uit de particuliere sector toen in 1952 spanningen ontstonden
over de vraag welke vorm in Breda moest worden gekozen. Bovendien
mag erop gewezen worden, dat nagenoeg het gehele werk wordt gefinan-
cieerd door overheid en ziekenfondsen. Terwijl juist deze twee instanties
er bestuurlijk niet aan te pas komen.
Spreker zegt tenslotte vertrouwen te hebben in de mogelijkheid na
overwinning van de te enen male onvermijdelijke kinderziekten die aan
de overname zullen vastzitten, uit het voorgestelde systeem een methodiek
van schooltandverzorging op te bouwen, die voldoende zekerheden biedt
voor een deugdelijke controle, gericht op het dentalminded maken van de
schooljeugd (dit begrip in de ruimste zin van het woord), het leggen
en laten van verantwoordelijkheden daar waar zij behoren te liggen, terwijl
bovendien gewaakt wordt tegen het bedrijven van perfectionisme op dit
terrein, dat zijn repercussies zou kunnen oproepen op andere sectoren van
de schoolgezondheidszorg.
De heer VAN GISBERGEN is niet helemaal overtuigd. Hij vraagt of
het niet mogelijk was het thans voorgestelde systeem in het oude systeem
in te passen; dan zouden er geen moeilijkheden geweest zijn. Hij heeft
begrepen, dat de afgevaardigden van hedenmorgen niet afzijdig tegenover
het nieuwe plan staan. Ook heeft hij vernomen dat er vele systemen
in den lande zijn, en dat de Maatschappij tot bevordering van de tand
heelkunde ieder systeem accepteert mits het werk maar goed gebeurt. Hij
heeft de wethouder niet horen zeggen, dat deze het oude systeem ver-