16 MAART 1960 117 dingen onteigend te worden. De heer Biemans heeft gesteld dat er geen deskundigen gehoord zijn. Er is echter wel een deskundige geraadpleegd, nl. de heer J. Driesen van het rijkstuinbouwconsulentschap, die burgemeester en wethouders daarvoor zeker geschikt achtten. Bovendien zijn er grond monsters naar Wageningen gestuurd. Na onderzoek bleek dat de grond geschikt was voor fijne tuinbouwgewassen. Burgemeester en wethouders zijn dus afgegaan op deze gunstige adviezen en hebben dan ook gemeend op dit kompas te kunnen varen. Er kan zeker niet gesteld worden dat een en ander op een te smalle basis is bekeken. Uiteraard hebben burgemeester en wethouders ook liever gronden die dichterbij zijn gelegen. Als er zich mogelijkheden voordoen om die in bezit te krijgen dan zullen die ook zeker worden aangegrepen. Bovendien is de heer Van der Burg een erkend goed tuinder en vindt de grond goed. De heer BIEMANS blijft van mening dat de zaak op een te smalle basis is bekeken. De heer Driesen is een grondman van de rijkstuinbouw, die tot taak heeft gronden te onderzoeken. Het is niet zo dat Wageningen de grond heeft onderzocht maar de heer Driesen. In dit geval is het onderzoek niet breed genoeg geweest. Naast deskundigen van de rijkstuinbouw hadden er ook de deskundigen uit het bedrijfsleven bij betrokken moeten worden. Dat Van der Burg weg wil is begrijpelijk; gezien de berekeningen zit de zaak voor Van der Burg wel goed. In Zevenbergen heeft deze zelf bijna al 5 ha. grond. Spreker betoogt niet voor een afwijkende berekening; dit is een financieel-technische zaak. De grootste belangrijkheid in deze is, dat de mogelijkheid geschapen wordt om in Zevenbergen compensatie te vinden. Uit sociaal-economisch oogpunt is dit zo belangrijk en in grijpend. Daarom vindt spreker het jammer dat niet meer overleg heeft plaats gevonden. Er moet een goede studie van gemaakt worden en een plan door deskundigen worden opgezet. Bijna klakkeloos, zonder planning, wordt hier aangekocht; dit is niet op zijn plaats. Het antwoord van de wethouder heeft spreker niet bevredigd. Hij verzoekt het voorstel aan te houden, opdat een planning op bredere basis kan worden gemaakt. Wethouder MEIJS zegt dat de heer Biemans geen waarde schijnt te hechten aan het grondonderzoek. De heer BIEMANS merkt op dit wel te hebben gedaan; als de grond niet geschikt was zou Van der Burg en de gemeente er niets voor gevoeld hebben. Wethouder MEIJS zegt dat het niet nodig werd geacht om meer des kundigen in te schakelen. Het kan ook bezwaarlijk zijn om deze voortijdig over transacties in te lichten, omdat bepaalde deskundigen ook adviezen aan de andere kant geven. Het kan best zijn dat Van der Burg er niet slecht afkomt; directe bewilliging wordt wel meer ontmoet. De grond in Zevenbergen is van zeer groot belang; de mensen zijn evenwel niet verplicht om er naar toe te gaan. Op deze wijze kan de gemeente evenwel de Bredase tuinders helpen om hun bedrijf voort te zetten. Wordt de zaak van de financiële kant reëel bezien, dan is zij voor de gemeente lang niet ongunstig. De heer VAN BIJNEN heeft met belangstelling de heer Biemans ge volgd. Hij voelt wel iets voor diens redenering. Evenwel niet om dit bij iedere grondaankoop te doen. Het gaat hier om een groot stuk grond, waarmede de tuinders kunnen worden geholpen. Al zou er dan wel deskundig overleg zijn geweest, de sociaal-economische aspecten zijn toch niet bekeken. Hij vraagt dit alsnog te doen en wil de heer Biemans mitsdien gaarne in diens verzoek steunen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 117