126 30 MAART 1960 zijn stem aan het voorstel niet kunnen geven inidien geen aanvaardbare oplossing in overleg met de schoolbesturen wordt gevonden. De heer HULSKRAMER heeft wel waardering voor het voorstel, hoe wel hij de argumenten van de heer Van Bijnen moet onderstrepen. Ook spreker heeft bezwaar tegen de gekozen plaats. In het voorstel is sprake van het opschorten van de aanleg van de sportterreinen. Nu er nog zo'n grote behoefte is aan sportvelden, betekent dit voorstel een stap terug. Volgens spreker is het de taak van burgemeester en wethouders de ach terstand in te halen. Hij verwijst hiervoor naar de sportnota, waaruit hij het volgende citeert: „Samenvattend komt het er op neer, dat er per 1960 volgens de behoefte-planning zouden moeten zijn voor de veldsporten rond 105 ha, terwijl er thans slechts is rond 51 ha (50°/o)., in aanleg 15 ha en plannen worden uitgewerkt voor rond 40 ha". Spreker acht hiermede voldoende onderstreept hoe groot de achter stand is. Hij wil burgemeester en wethouders daarom adviseren een andere plaats te zoeken en de sportterreinen te handhaven. De heer MELZER is de initiatiefnemers erkentelijk voor hun plannen. De leden van de raad beoefenen de politiek als vrijetijdsbesteding. Spre ker voelt wel voor de manifestatie, doch had graag de toezegging van burgemeester en wethouders dat de sport in ieder geval doorgang vindt. De heer QUADEKKER wil er op wijzen, dat de heer Van Bijnen heeft gesproken van veel waardering voor de beheerders van het fonds Breda- Oranjestad. Die beheerders zijn echter de senioren uit de raad, waarvan de heer Van Bijnen zelf deel uitmaakt. Hij had dit dus zo niet mogen zeggen. Spreker is het volkomen eens met het verlenen van de gevraagde garantie. Hij vindt het ook juist dat een eventueel batig saldo wordt beheerd buiten de gemeente-financiën om. Spreker is het met de gekozen plaats alleen eens, indien een voor de sportbeoefening gunstige oplossing wordt gevonden. De heer MINDERHOUD wil gaarne zijn instemming betuigen met het voorstel. Het plan is echt nodig voor Breda. Het is dus noodzakelijk, dat het Chassee-terrein elk jaar gedurende zes weken wordt onttrokken aan allerlei sportdoeleinden. Met de nodige voorbereidingen mee wordt deze tijd natuurlijk veel langer. Er zal „hier of elders" compensatie moeten worden gevonden. Spreker vraagt waar „elders" plaats is te vin den. Spreker kan daarom met de plaats niet akkoord gaan. Met het ga rantie-voorstel is spreker het wel eens. In art. 12 der statuten van de Stichting is bepaald dat na ontbinding van de Stichting de vereffening geschiedt door het bestuur of door anderen. Spreker zou gaarne zien vastgelegd, dat van een eventueel overschot de eerste 50.000,zullen moeten worden gestort in de kas van Breda-Oranjestad. Wethouder BASTIAANSEN antwoordt, dat het college van burge meester en wethouders de waardering van de verschillende sprekers voor de initiatiefnemers kan delen. De raad weet wie deze burgers zijn. Het betreft hier enige topfunctionarissen van de gemeente, die spreker hier voor hartelijk dankt. De heer Van Bijnen heeft bij de begrotingsbehan deling uitdrukkelijk de wens uitgesproken, dat er wat meer leven in de brouwerij zou moeten komen. Burgemeester en wethouders willen dit gaarne ondersteunen. Er zijn al verschillende initiatieven genomen. Het initiatief van deze Stichting is het meest belovend van opzet. Hier is sprake van een evenement dat gedurende een reeks van jaren in de landen van Europa bekendheid zal verwerven. Spreker hoopt dat de Stichting het gestelde doel zal bereiken. Er zijn enige financiële be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 126