30 MAART 1960 129 moeten hiervoor de statuten worden gewijzigd. Ook spreker zou gaarne de tekening welke zich blijkbaar op de collegetafel bevindt, inzien. Wethouder BASTIAANSEN antwoordt, dat er een provisorische te kening op de collegetafel aanwezig is. Er is geen bezwaar tegen, dat de leden van de raad deze komen inzien. De heer Vis is niet tevreden met sprekers antwoord in eerste instantie, vooral omdat er geen overleg is geweest met de betrokken scholen. Voor dit overleg is geen tijd geweest omdat alle beslissingen binnen vrij korte tijd genomen moesten worden. Er is bovendien geen enkele verplichting voor burgemeester en wet houders om overleg te plegen. Wat de opmerking van de heer Melzer betreft zegt spreker, dat wanneer het evenement plaats vindt, het terrein gedurende 6 a 7 weken niet voor de sport gebruikt kan worden. De heer Quadekker heeft gevraagd zodanige regeling te treffen, dat de be slissing over het batig saldo onder goedkeuring van het seniorenconvent zal geschieden. Spreker acht dit niet juist. De goedkeuring moet of bij burgemeester en wethouders of bij de raad berusten. Het seniorenconvent bestaat slechts bij de gratie van de raad. Het is geen wettelijk instituut. Daarom houdt spreker de goedkeuring liever bij burgemeester en wet houders. Hij zal hierover contact opnemen met het stichtingsbestuur. Overigens zal er geen liquidatie plaats vinden van de Stichting indien zij dat zelf niet wenst. Het is de bedoeling dat er niet alleen in 1961 doch ook in de volgende jaren een evenement plaats vindt. Als alles normaal verloopt vindt er dus geen liquidatie plaats. Het eventueel batig saldo 1961 gaat dus niet in een fonds maar wordt gebruikt voor het volgend jaar. De gemeente verleent geen subsidie aan de Stichting doch geeft slechts een garantie. Als er geen huur wordt gevraagd voor het terrein, dan is er nog geen sprake van verkapt subsidie. Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat zeker voor het jaar 1961 aan de Stichting geen huur gevraagd moet worden. Na 1961 kan dit opnieuw bekeken worden. Als het batig saldo 1961 zodanig is, dat huur gevraagd kan wor den in het volgend jaar dan zullen burgemeester en wethouders dit zeker doen. De heer RATTINK zou nog gaarne vernemen hoe hoog de eventuele huur zou zijn. Wethouder BASTIAANSEN antwoordt, dat dit nog niet is bekeken. Eventueel zal zulks bekeken worden na 1961. Met het voorstel van de heer Minderhoud om 50.000,te storten in het fonds Breda Oranjestad kan spreker niet meegaan. Er is hier iets opgezet op het gebied van de vrijetijdsbesteding. Het is dan juister dat een batig saldo wordt gebruikt in dit kader bv. voor een gebouw waarin allerlei voor de tentoonstelling kan worden opgeborgen. Het is wenselijk dat de Stichting het geld voor dit doel gebruikt. Spreker zal nog overleg met het stichtingsbestuur plegen over de aan vulling van het artikel der statuten met de goedkeuring van burgemeester en wethouders. De heer VIS wenst zijn stem te motiveren. Hij heeft niet voldoende zekerheid, dat de oplossing, welke de wethouder voorstaat, voldoende is voor het belang der schoolsport. Hij zal daarom zijn stem aan het voorstel niet geven. Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen. Mevrouw De Bonte en de heren Vis en Rattink wensen geacht te wor den te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 129