13 JANUARI 1960 13 van het politiebureau veilig is gesteld. Gelukkig maar. Het gebouw aan de Veemarktstraat heeft nu heus zijn tijd wel gehad, maar er zijn tekenen, die er op wijzen, dat er dit jaar schot in zal komen. Immers de vlag heeft reeds gestaan op het binnenstadspostkantoor, zodat het niet meer zover af is, dat het hulpkantoor aan de Markendaalseweg kan worden afge broken, zodat voor de bouw van een nieuw politiebureau daar plaats gemaakt wordt. Als dan nog de tunnel onder de spoorlijn in de Terheijdenseweg gereed zal zijn, is weer veel gewonnen. Weg dan de klachten over het maar steeds te laat zijn van buslijn 5, die altijd het excuus heeft voor een overweg te hebben moeten wachten. En nu hoop ik, dat in één bepaald opzicht het jaar 1960 niet een herhaling mag geven van hetgeen 1959 te zien gaf, n.l. het heengaan van een burgemeester, een wethouder en een raadslid naar hogere functies. Dat is wel prettig voor de belanghebbenden, eervol voor de gemeente raad, maar niet altijd bevorderlijk voor de goede gang van zaken in een gemeentebestuur. De nieuwe functionarissen moeten zich inwerken en dat kost tijd. En nu hebben wij niets tegen nieuwe gezagsdragers, maar wij raadsleden moeten al zo dikwijls wennen aan nieuwe gezichten, dat wij het erg prettig zouden vinden als het met die deserties nu gedaan was. Dat het God behaagd heeft wethouder Romsom tot hogere heerlijkheid op te roepen, kan ons slechts deemoedig het hoofd doen buigen. De nieuwe wethouders en de nieuwe raadsleden kennen wij al enige tijd, omdat ze reeds enkele maanden in hun nieuwe functie werkzaam zijn. U, mijnheer de voorzitter, kennen wij nog niet. In uw uitgesproken nieuw jaarsrede enkele ogenblikken geleden hebt U evenwel blijk gegeven reeds grondig studie te hebben gemaakt van de Bredase problemen. Wij juichen dit toe, temeer omdat U daardoor al vrij spoedig kunt medewerken aan de uitvoering van verschillende toekomstplannen. Dat U bijzondere aandacht wilt schenken aan de bouw van goedkope woningen is ons een vreugde, want daardoor worden de minst draagkrachtigen in de gelegen heid gesteld eindelijk ook eens over een eigen home te beschikken, waar van zij de huur kunnen opbrengen. Wij sluiten ons aan bij uw woord van hulde ta.v. het H.B.B. en ook wij hopen, dat de heer Van Diessen spoedig zijn werk zal kunnen hervatten. Vandaag zal het dan de eerste maal zijn, dat wij onder uw leiding vergaderen. Kunt U begrijpen, dat wij enigszins in spanning zijn, hoe het gaan zal? In uw vorige gemeente hebt U voldoende ervaring opgedaan, om met vertrouwen uw leiding tegemoet te zien, maar mogelijk zijn wij anders dan in Roermond en wij staan dus van beide zijden vreemd tegen over elkaar. Wij stellen ons dus nu onder uw hoede en hopen, dat U de kracht en wijsheid gegeven mag worden een goed voorzitter van de gemeenteraad van Breda te zijn. Vol goede moed en vertrouwen gaan wij dus het jaar 1960 in. Wij willen ons geen zorgen maken voor de toekomst; ocb! wie onzer kan, door zich bezorgd te maken één EL tot z'n lengte toedoen? Wij willen echter wel vooruitzien, dus besturen, opdat wij met Gods hulp, eens gezind datgene voor Breda mogen doen wat nodig is om van deze gemeente een stad te maken, die vooraan staat in de rij van grote steden in Nederland en waarin het voor ieder een vreugde is er te mogen wonen. Dank U. 2. Ingekomen stukken. Het stuk genoemd onder 2, Ia wordt in handen gesteld van burgemeester en wethouders om preadvies. De stukken, genoemd onder 2, II sub a t/m i en k worden voor kennis geving aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 13