144
13 APRIL 1960
van de werkgevers, het gaat wel degelijk om de mening van de werk
nemers.
De heer MENDES vraagt waarom dit voorstel niet is voorgelegd aan
de afdeling voor juridische aangelegenheden.
Wethouder MEIJS verzoekt de raadsleden duidelijker te spreken, opdat
zij voor iedereen verstaanbaar zullen zijn. Het is voor meerdere leden
anders niet te volgen. Spreker moet het vaststellen van de verordening
voor de termijn van een jaar ontraden. Het is de bedoeling de wettelijke
regeling te continueren. Het is altijd nog mogelijk veranderingen aan te
brengen. Men kan wel spreken over sluiting op zaterdagmiddag, zoals
hier en daar in het buitenland wel gebeurt, doch het is toch wel nood
zakelijk de belangen van de consument in het oog te houden. Men moet
niet naar de nevenbelangetjes zien, maar de consument een goede service
verlenen. Het grootwinkelbedrijf heeft zich met het voorstel akkoord
verklaard, ook met continuatie voor volgende jaren. Ook de bond van
Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden heeft zich bij monde van haar
districtsbestuurder akkoord verklaard en dit zonder enig voorbehoud.
Men heeft juist rekening gehouden met de belangen van de consument
en met die van het bedrijf. Het voorstel is dan ook wel van alle kanten
bezien. Overigens is de wettelijke procedure, waarbij de Kamer van
Koophandel een belangrijke rol speelt, gevolgd. Het gesprek met de
districtsbestuurder is door de wethouder zelf gevoerd.
Er is gevraagd waarom het voorstel niet in de juridische afdeling is
behandeld. Spreker meent dat het hier niet gaat om een zaak die bepaald
uit juridisch oogpunt moet worden bezien. Het zou wat anders zijn als
het ging over een nieuwe verordening met andere strekking. De onder
havige verordening is zonder meer voortgevloeid uit de wettelijke be
palingen, waardoor het onnodig is de juridische afdeling in te schakelen.
De heer NIEUWLAAT erkent dat de werknemersorganisaties met het
voorstel akkoord zijn gegaan. Het blijkt echter dat zij de regeling liever
van jaar tot jaar willen bezien. Dit zal toch in het onderhoud met de
vertegenwoordiger wel gebleken zijn. Spreker vraagt zich af welke na
delen zijn voorstel eigenlijk heeft. De bedoeling is het bereiken van
souplesse omdat de behoeften zich voortdurend kunnen wijzigen. Waar
om wil men Eindhoven en Tilburg niet volgen.
De VOORZITTER acht het evenals de heer Drion onjuist en zeer
ongewoon een materie als de onderhavige van jaar tot jaar te regelen.
Er is altijd gelegenheid tot het aanbrengen van wijzigingen en tot zolang
geldt wat nu wordt vastgesteld.
De heer RATTINK kan de aangehaalde juridische bezwaren niet delen.
Hij ziet echt niet in waarom deze verordening niet voor een bepaalde
tijd gemaakt zou kunnen worden. Spreker ziet de bezwaren niet; er zijn
ook geen financiële consequenties. Wethouder Meijs heeft gewezen op
de belangen van de consument. Daar is natuurlijk wel aan gedacht. Dit
deed men trouwens 40 jaar geleden ook en daarom waren toen de
winkels tot 10 a 11 uur geopend. Spreker vraagt of ook de afdeling van
de vereniging van huisvrouwen is gehoord.
Spreker herhaalt dat niet kan worden ingezien waarom de verordening
niet voor een jaar zou kunnen gelden. Niemand wordt daardoor in zijn
belangen geschaad en deze praktijk kan regelmatig doorlopen. De heer
Kramers heeft gezegd dat de zaak veel te veel in de sfeer van de werk
nemers is getrokken. Dit is niet juist, want alle partijen worden gehoord
en bij voorkeur zouden ook de huisvrouwen hun stem moeten kunnen
uitbrengen. Spreker handhaaft zijn opvatting over een eenjarige regeling.