148
13 APRIL 1960
beknibbeld, als gevolg waarvan minderwaardig materiaal is gebruikt. Op
den duur ontstaan er natuurlijk moeilijkheden, waardoor de exploitatie
kosten veel hoger worden.
De heer MINDERHOUD had dezelfde opmerkingen willen maken als
de beide vorige sprekers. Het is toch wel heel kras. Als een particulier
zich niet aan de voorschriften houdt is het gasbedrijf er direct bij om
daarop te wijzen. Bij de aanleg had men het onderhavige gebrek moeten
constateren. Dit is over het hoofd gezien en wie draagt daarvan de
schuld?
De heer VAN DUIJL is het ook met de vorige sprekers eens. Hij acht
het noodzakelijk dat herhaling van dit soort gebreken in de toekomst
wordt voorkomen door een grondige inspectie van het gebouw.
De heer DRION heeft tot zijn genoegen gezien dat de inspectrice van
het kleuteronderwijs de kosten der voorziening aannemelijk acht.
Wethouder BASTIAANSEN wil allereerst aansluiten op de opmerking
van de heer Drion. De inspectie van het kleuteronderwijs maakt gelukkig
geen bezwaar. Spreker verwachtte overigens wel schampere opmerkingen
over de kwaliteit van dit schoolgebouw. Spreker kan in dit opzicht zijn
handen in onschuld wassen. Ook het langst zitting hebbende lid van het
college van burgemeester en wethouders gaat vrij uit. Het is een slecht
gebouw en de gemeente zit er mee. Telkens zijn er nieuwe gebreken.
De oorzaak is de grote moeilijkheid om destijds scholenbouw te reali
seren. Alleen voor de bouw van deze systeemschool was een vergunning
te krijgen. Het voordeel van snelle bouw destijds blijkt nu een groot
nadeel te zijn. Het blijft inderdaad een droevige zaak. Hetgeen de heer
Van Duijl voorstelt is al eens eerder gedaan. Maar het zijn telkens ver
borgen gebreken, die zich plotseling demonstreren. En dan moeten
maatregelen worden genomen. In het onderhavige geval bleek de gas
leiding ondeugdelijk. Reparatie zonder verdere maatregelen bleek levens
gevaarlijk te zijn, zodat vernieuwing noodzakelijk was. Inspectie van het
gehele gebouw is geen waarborg dat er naderhand niets meer voor de
dag zal komen. Op de vraag van de heer Quadekker kan spreker ant
woorden dat er geen bezwaar tegen bestaat de gevraagde namen uit het
archief op te sporen. Er is in ieder geval één toepasselijke naam bij. In
de stukken kan men een en ander trouwens zelf vinden. Qua aansprake
lijkheid is het wel onmogelijk gebleken de schuldige te treffen.
De heer QUADEKKER wast ook zijn handen in onschuld. Hij vraagt
wanneer deze school is gebouwd.
Wethouder BASTIAANSEN antwoordt: in 19481949.
De heer MELZER heeft nog geen antwoord gehad op zijn opmerking
inzake het toezicht bij de bouw.
Wethouder BASTIAANSEN erkent dat er wel toezicht van het bedrijf
is geweest, maar of dit toen voldoende was is niet meer na te gaan.
Tegenwoordig is dit in ieder geval goed en geheel volgens de voor
schriften.
De heer KROON heeft er kennis van genomen dat verhaal op de ver
antwoordelijke personen niet mogelijk is. Er is bij het totstandkomen
van deze gebouwen toch toezicht vanwege de gemeente. De desbetref
fende ambtenaren kunnen toch wel ter verantwoording worden geroepen?
De VOORZITTER wijst er op dat de moeilijkheden een gevolg zijn