14 13 JANUARI 1960 j. Goedgekeurde besluiten. Datum raadsbesluit: 14 januari 11 maart 17 juni 17 juni 16 september 16 september 16 september 16 september 14 oktober 14 oktober 14 oktober 11 november 11 november 11 november 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 1959 Agendano.: Dtum besluit gedeputeerde staten: 22b 18 november 1959, G no. 14863 15e 11 november 1959, G no. 34931 27a 25 november 1959, G no. 28495 27a 25 november 1959, G no. 28494 21b 14 oktober 1959, G no. 35948 36a 16 december 1959, G no. 36470 20m 16 december 1959, G no. 36670 20a 16 december 1959, G no. 35769 31b 11 november 1959, G no. 38296 31e 11 november 1959, G no. 38206 31d 11 november 1959, G no. 38260 36 9 december 1959, G no. 40994 28j 2 december 1959, G no. 40821 34a 16 december 1959, G no. 40828 Verdaagde besluiten: Datum raadsbesluit: 15 april 1959 16 september 1959 16 september 1959 16 september 1959 Agendano.: Datum besluit gedeputeerde staten: 22c 9 december 1959, G no. 34930 36d 23 december 1959, G no. 36669 20c 16 december 1959, G no. 35773 20b 16 december 1959, G no. 35768 k. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. Vraag: De heer CAMPHENS vraagt de aandacht van burgemeester en wet houders voor het speeltuintje aan de Banckertweg. Dit is half kapot en de omwonenden hebben er veel last van. Zij zouden gaarne zien, dat dit speeltuintje zou worden verlegd naar een groter open stuk tussen de Banckertweg en de achterzijde van de Piet Heynlaan en zijkant Van Galenweg. Antwoord: De algemene opvatting is, dat het noodzakelijk is temidden van de woonbebouwing kinderspeelplaatsjes aan te leggen. Uiteraard zal dit voor de omwonenden altijd wel enige hinder met zich meebrengen. De ligging van het speelplaatsje aan de Banckertweg is niet abnormaal hinderlijk en is blijkbaar, gezien de slijtage, goed gekozen. Deze kostbare voorziening kan niet dan met grote kosten naar elders worden geplaatst, terwijl soortgelijke bezwaren zich op de nieuwe plaats eveneens zullen doen gelden. Sedert het voorjaar 1959 zijn aan het speeltuintje geen reparaties meer verricht, terwijl bij de laatstelijk gehouden controles (op 16 en op 25 november) geen gebreken werden geconstateerd. Het speeltuintje verkeerde toen in goede staat. Verplaatsing lijkt gezien het bovenstaande niet nodig. 1. De heer VERMEULEN zegt, dat het invoeren van het bonnen systeem zoals dit is neergelegd in de brief van de voorzitter aan de commissaris van politie niet tot zijn bevoegdheid behoort, doch tot die van de raad. Spreker heeft indertijd wel tot 's voorzitters ambtsvoorganger gezegd, dat hij bereid was mede te werken aan een proef.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 14