152 13 APRIL 1960 om de gebouwen doch om de inrichting. Voor het gebruik van de ruimte betaalt men huur. Er is dus geen dubbele investering. Een subsidiëring naar ledental is dikwijls redelijk, met name bij ver enigingen met actieve leden, die een bepaald doel nastreven, zoals bijvoorbeeld sportverenigingen. Bij de bibliotheken ligt dat anders. Het gaat hier niet om leden, doch om personen, die gebruik maken van de bibliotheek. Dit is al een bezwaar om de subsidiëring in deze richting te zoeken. De taak ligt voor een belangrijk deel in handen van de over heid. In het gehele land werken de bibliotheken met verlies door een tekort aan middelen. Deze taak van culturele en algemene vorming moet men niet afschuiven op de besturen en deze maar laten zwoegen. Als blijkt dat zij er niet komen dan dient op bescheiden wijze te worden geholpen zodat zij hun taak naar behoren kunnen vervullen. Voorwaarde 3 sub b zal inderdaad overeenkomstig de bedoelingen worden gewijzigd. De passage, waarop de heer Minderhoud doelt, vloeit voort uit de voorschriften ten aanzien van rentegamma en eventuele andere door de overheid te stellen voorschriften en deze moeten zonder meer worden nagestreefd. De heer KAMPHUYS heeft uit het antwoord van de wethouder begrepen dat deze zich geheel in het probleem der bibliotheken heeft ingewerkt. De wethouder geeft subsidiëring als oplossing voor de grote moeilijkheden. Uitbreiding van het ledental heeft slechts relatieve voor delen, want dit betekent dat ook het boekenbezit moet worden uit gebreid, hetgeen weer grotere kosten inhoudt. Overigens is spreker niet zo optimistisch als de wethouder. Het zal niet meevallen de ontbrekende 25 °/o zelf te vinden. Spreker is blij met de toezegging van de wethouder dat dit te zijner tijd nog kan worden bezien. Overeenkomstig het voorstel wordt be sloten. 20. Verbouwing van „Het Jongelingschap". De heer VAN CAULIL zou gaarne meer in het algemeen spreken over de gemeenschapshuizen. Hij zal daar bij volgnummer 24 der agenda op terug komen. De heer RATTINK heeft op pagina 2 van het voorstel gelezen omtrent het gebruik van de gymnastiekzaal. Kan deze zaal ook gebruikt worden door gymnastiekverenigingen die daarom vragen? Gesproken wordt ook over het advies van de inspecteur voor de lichamelijke opvoeding. Is dit de gemeentelijke- of de rijksinspecteur? De heer MELZER heeft dezelfde vraag als de heer Rattink. Het ver heugt hem dat er weer een gymnastiekzaal ter beschikking is gekomen. Mogen ook niet rooms-katholieke verenigingen hiervan gebruik maken? Wethouder BASTIAANSEN deelt mede dat de bedoelde inspecteur de consulent voor de lichamelijke opvoeding is. De gymnastiekzaal wordt beheerd door een eigen stichting. Spreker verwacht wel dat de stichting gaarne bereid is het gymnastieklokaal buiten schoolverband te verhuren. Dit heeft n.l. direct consequenties voor de exploitatie van het geheel. Of iedere vereniging van het lokaal gebruik kan maken kan spreker niet zeggen. De gemeente kan niet treden in de eigen bevoegdheden van dit autonome lichaam. Men zal wel het voornemen hebben het gebouw zo exploitabel mogelijk te maken. Overeenkomstig het voorstel wordt be sloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 152