13 APRIL 1960 153
21. Begrotingswijzigingen.
22. Gemeenterekening en Bedrijfsrekeningen 1958.
23. Deelname aandelenkapitaal Bank voor Nederlandse gemeenten.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
24. Ruimtebiedende gelegenheid in de Heuvel.
De heer VAN HOUTEN wil nog enige zaken, die besproken werden
in de afdeling voor de subsidies, aanhalen. In de eerste plaats stemt het
tot voldoening dat in het bestuur van het gemeenschapshuis plaats is
geboden aan vertegenwoordigers van diverse levensbeschouwingen. Spre
ker vraagt zich wel af of het niet beter is, alvorens de zaak op gang te
brengen, eerst het bestuur te vormen. Nu moeten n.l. nog verschillende
personen uitgenodigd worden voor het bestuur. Op de tweede plaats zou
spreker graag een beter inzicht hebben in het beleid van burgemeester
en wethouders terzake van de gemeenschapshuizen. Uit niets is gebleken
dat het Heuvelkwartier op dit punt een urgente plaats inneemt. Spreker
zou het liefst gebouwd willen zien op de plaatsen waar dit het meest
urgent is, zoals bijvoorbeeld het bomenkwartier en het Brabantpark.
Spreker zou inzake de urgentie gaarne een nota in de raad willen zien.
Ten derde rijst de vraag of het tekort aan ruimtebiedende gelegenheden
in de Heuvel nu wel zodanig is, dat „de mensen er uit groeien". Men
moet toch wel rekenen op de nieuwe last, die uit het plan voortvloeit.
Spreker verwacht dat de bezetting van het gebouw achter zal blijven op
de prognose.
De heer VAN CAULIL is voorstander van het beschikbaar stellen van
ruimten aan de organisaties, die daaraan behoefte hebben. Spreker is
overtuigd van de dringende noodzaak op dit gebied voorzieningen te
treffen. Hoe verder men van het centrum gevestigd is hoe groter de
behoefte aan zalen e.d.. Men heeft nu eenmaal een trefpunt nodig bij
défilé's, serenades e.d.. Zo'n gemeenschapshuis is een uitstekend trefpunt.
Een ander punt is echter de wijze van exploitatie van deze gebouwen en
daaraan dient direct bij het begin aandacht te worden geschonken. Men
heeft n.l. reeds een jarenlange ervaring met andere soortgelijke inrich
tingen, zoals patronaatsgebouwen en parochiehuizen. De ervaringen doen
de Horecabedrijven met zorg de toekomst tegemoet zien. Deze bedrijven
ondervinden n.l. veel oneerlijke concurrentie. Spreker acht het dan ook
noodzakelijk dat direct bij het aangaan van de overeenkomst regelingen
worden getroffen om deze oneerlijke concurrentie te vermijden. Men
behoeft het bestuur wel niet in een nauw keurslijf van bepalingen te
dwingen, maar het is bijvoorbeeld toch wel noodzakelijk dat vooral geen
sterke drank wordt verstrekt. Dit is voor dit werk ook niet noodzakelijk.
Men kan limonade, bier, vermouth en sherry schenken. Voorts stelle men
de zalen niet ter beschikking voor bruiloften, recepties en koffietafels;
meer in het algemeen slechts voor bijeenkomsten, die een gemeenschap
pelijk karakter dragen, en niet voor particuliere doeleinden. Men zou
anders rechtstreeks concurrentie bedrijven met steun van gemeenschaps
gelden. Spreker verzoekt daarom bepalingen van deze strekking in de
overeenkomst te doen opnemen, onder restrictie dat burgemeester en
wethouders in bijzondere gevallen ontheffing kunnen verlenen.
De heer VIS memoreert dat het voorstel is gebaseerd op raadsbesluiten
van april 1957 en juli 1958, alsmede op het Mgr. Hoogveldrapport. Bij
de behandeling van bedoelde voorstellen is van de zijde van sprekers
fractie er op aangedrongen dat er bij de verwezenlijking van de plannen