154 13 APRIL 1960 allereerst naar wijkgebouwen zou worden gestreefd. Door burgemeester en wethouders is ook duidelijk gesteld dat in elk geval met de verlangens van de kleine groeperingen rekening zal worden gehouden. Er zijn nu zes voorstellen geweest voor verbetering van bestaande gebouwen. Nu is er een nieuwbouwplan, waarvoor in sprekers fractie veel waardering bestaat. Zeer bewust heeft de parochiële gedachte voor de wijkgedachte plaats gemaakt. Spreker betreurt het wel dat het bestuur nog niet gefor meerd is. Bij burgemeester en wethouders zit kennelijk de gedachte voor: geef hen vertrouwen. Spreker hoopt dat met dit voorstel de wijkgedachte ingang zal vinden tot nut van alle groeperingen en tot ontplooiing van het materiële en culturele leven. Spreker heeft bij de stukken niet aangetroffen een nadere aanduiding inzake de prognose van het gebruik van het gebouw. Tenslotte wil spreker waardering uitspreken voor de wijze, waarop burgemeester en wethouders dit voorstel hebben voorgelegd. De heer NIEUWLAAT zou evenals de heer Van Houten gaarne meer weten over het beleid dat burgemeester en wethouders in deze zaken denken te voeren. Spreker wijst er op dat het verenigingsleven niet alleen op de wijk is geconcentreerd, doch ook op het centrum en daarom verdient deze materie veel aandacht. De heer HULSKRAMER heeft waardering voor het voorstel. Over de plaats van het nieuwe gemeenschapshuis kan men van mening verschil len. In het Heuvelkwartier is namelijk al een wijkgebouw, terwijl er in andere wijken op dit punt nog niets is. Spreker wil onder de aandacht brengen dat er n.l. reeds een jeugdhuis is in de Dr. Struyckenstraat. De heer VAN GISBERGEN is het geheel eens met de heer Van Caulil terzake van de exploitatie van het gebouw. Er dient paal en perk te worden gesteld aan de concurrentie met het particuliere bedrijfsleven. Op dit punt zullen dus voorwaarden moeten worden gesteld. Ook als gedeeltelijke steun van de overheid wordt verleend dienen te dezer zake voorwaarden te worden gesteld. De heer VAN DUYL acht het verheugend dat in het Heuvelkwartier een dergelijk gemeenschapshuis tot stand gaat komen. Als er gesproken wordt over prioriteiten dan wil spreker er aan herinneren dat reeds 5 a 6 jaar geleden begonnen is met de plannen voor stichting van dit gebouw. Spreker weet uit ervaring dat het verenigingsleven zich niet kan ontwikkelen zoals het moet. Het plan biedt nu de gelegenheid aan het verenigingsleven de juiste vorm te geven. De heer VAN DE NOORT heeft enkele sprekers de nadruk horen leggen op het stellen van voorschriften. Spreker wijst er op dat het toch wel verschil maakt hoeveel subsidie de overheid heeft gegeven. Als dit een klein percentage van de kosten uitmaakt dan zijn de gestelde voor waarden wel erg hard. De heer VAN BIJNEN heeft in de afdeling voor de subsidies enige opmerkingen gemaakt en wil daarover niet opnieuw beginnen. Hij wil toch nog wel iets over het voorstel zeggen. In de eerste plaats is hij verheugd over het voorstel. Ook spreker stelt het op prijs dat de wijk gedachte vorm gaat krijgen in het bestuur van de stichting. Spreker betwist dat men de verwezenlijking daarvan door de gemeente moet doen opleggen. Men zal zelf moeten zoeken. Met de heer Van Caulil is spreker het niet geheel eens. De heer Van de Noort heeft n.l. al gewezen op de gevallen, waarin slechts licht gesubsidieerd wordt. In dergelijke gevallen moet men de voorgestelde voorwaarden niet stellen. In het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 154