18
13 JANUARI 1960
de maat en betekent een grote tekortkoming van het college. In het
preadvies staat, dat de functie van de straat anders was geworden en
dus het profiel kon veranderen. Dit is een argument, dat er met de
haren bijgesleept is. De hele zaak is verkeerd behandeld. Nu staat het
trafohuis er en wel in strijd met het noq van kracht zijnde wederopbouw-
plan. Burgemeester en wethouders stellen, dat het trafohuis is gebouwd
toen de rooilijnen en bebouwingsvoorschriften door gedeputeerde staten
waren goedaekeurd. Zij dachten niet aan de mogelijkheid van een bezwaar
schrift, omdat zij tot 1959 geen kennis kregen van het bezwaarschrift
van de heer v. d. Genugten.
Hier is echter toch wel sprake ofwel van ondeskundigheid of van het
verlakken van de raad. Deze laatste uitdrukkina is vrij scherp en ook als
zodanig bedoeld. Immers toen de raad in 1957 voorgevelrooilijnen en
bebouwingsvoorschriften vaststelde, heeft hij tegelijkertijd het weder-
opbouwplan ingetrokken. Deze intrekking moet door de Kroon worden
goedgekeurd, wil zij rechtskracht hebben. Zolang de Kroon dus niet had
goedqekeurd, mochten burgemeester en wethouders niet tot de bouw
van het trafohuis overgaan. Hierover vindt men echter niets in het voor
stel van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders hadden
het beroep van v. d. Genugten niet nodig om te weten dat zij handelden
in strijd met de wet.
Spreker wijst er op, dat het geenszins zo is, dat als de raad maar een
mooi voorstel krijgt, hij dit slikt. De raad is in genen dele moreel gebonden
aan zijn vorige besluiten omdat burgemeester en wethouders geen eerlijk
en open spel hebben gespeeld. Er is geen sprake van een morele verplich
ting. De situatie dient dus nu op zichzelf te worden bekeken. Eerlijk
gezegd is het een allerongelukkigste oplossino, welke thans gekozen is.
Deze bebouwing zal, als zij wordt gehandhaafd, tot in lengte van dagen
verhinderen, dat aan dit stadscentrum een levendiger aanzien wordt
gegeven.
Spreker is van oordeel, dat het oude wederopbouwplan veel aantrekke
lijker was. Bovendien voelen de mensen die aldaar grond gekocht en
gebouwd hebben zich in de nek gegrepen. Het karakter van de situatie
ter plaatse is heel anders geworden, dan werd beoogd. Spreker wil gaarne
de verdediging van het beleid van burgemeester en wethouders afwachten.
Gegeven echter de voorgeschiedenis en gegeven de reeds opgesomde
manipulaties is spreker niet bereid met het voorstel akkoord te gaan.
De heer MELZER zegt, dat de voorzitter in zijn nieuwjaarsrede ge
sproken heeft over de stedebouwkundige ontplooiing van Breda. Dit wil
spreker graag onderstrepen. De stedebouw is in het algemeen goed in deze
gemeente. Doch ook de beste breister laat wel eens een steek vallen.
In 1958 verscheen in de mr. dr. Frederiksstraat plotseling een schutting
midden op de straat. In de bezettingstijd kwam dit wel meer voor bij de
bouw van bunkers. Er verrees een gebouw. Nu wordt wel eens bii
weigering van een bouwvergunning door burgemeester en wethouders
beroep ingesteld bij de raad. De raad weet daardoor al hoe scherp de
eisen zijn die bij het bouwen worden gesteld. Aan de bouwers in de
mr. dr. Frederiksstraat werd zelfs voorgeschreven dat zij een woonlaag
meer dan normaal moesten bouwen, omdat van de zijde van het gemeente
bestuur werd gesteld, dat de mr. dr. Frederiksstraat een straat van allure
moest blijven. Ten aanzien van de hoek, gevormd door het trafohuis, is
in deze raad de gedachte opgewekt aan het bekende manneke in Brussel.
En terecht. Spreker acht het 't beste dat het gedane onrecht wordt her
steld, dat het trafohuis wordt geamoveerd en de oorspronkelijke situatie
wordt hersteld.
De heer MINDERHOUD merkt op dat de situatie wel moeilijk ligt