190 23 JUNI 1960 13 april 1960 18a 11 mei 1960, G. no. 55163 13 april 1960 17c 11 mei 1960, G. no. 55143 13 april 1960 17b 4 mei 1960, G. no. 55146 13 april I960 13b 4 mei 1960, G. no. 55136 13 april 1960 14j 11 mei 1960, G. no. 55156 13 april 1960 14c 11 mei 1960, G. no. 55151 13 april 1960 14a 11 mei 1960, G. no. 55157 13 april 1960 14t 11 mei 1960, G. no. 55155 13 april 1960 13c 11 mei 1960, G. no. 55360 Datum besl. b. en w.: Agendano.: Datum besluit gedeputeerde staten: 26 februari 1960 6 april 1960, G. no. 52673 8 maart 1960 16 maart 1960, G. no. 51505 j. De heer VAN WERKHOOVEN verzoekt het verslag over 1959 van de dienst van openbare werken aan de raadsleden toe te zenden. Door gebrek aan tijd heeft bestudering van dit zeer aardig en belangrijk ver slag niet kunnen plaats vinden. Ook in andere steden worden dergelijke verslagen vermenigvuldigd en toegezonden. De VOORZITTER kan de gedachtengang van de heer Van Werk- hooven wel begrijpen. Tegen vermenigvuldigen bestaan evenwel prakti sche bezwaren. De raadsleden kunnen te allen tijde inzage van het rap port krijgen; het kan ter lezing worden opgevraagd bij de secretaris. De heer VAN WERKHOOVEN kan zich hiermede verenigen. o. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. Vraag: De heer VAN BIJNEN zegt dat bij het publiceren van het Kreekrak- plan is gezegd, dat er voor Breda nog een afzonderlijk plan zou komen. Wanneer kan dit worden tegemoet gezien? Antwoord: In de studie „Noord-Brabant in het nieuwe westen" worden nadere studies o.a. omtrent een doelmatige uitbreiding van Breda gewénst en omtrent de verkeersproblemen voor het gebied van en rond Breda zelfs noodzakelijk genoemd. T.a.v. een datum waarop dergelijke nadere studies tegemoet gezien kunnen worden, bestaat dezerzijds geen zekerheid, daar het in gang zetten van de hierbedoelde studies niet van gemeentewege doch door andere organen in uitzicht is gesteld. Naar u bekend is, is dezerzijds een opdracht gegeven aan het Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant om een studie te maken van de structureel-economische situatie van de stad. Het wil ons voorkomen, dat de basisstudie moge lijkerwijs een uitgangspunt kan vormen voor verdere opdrachten. Vraag: Heer VAN BIJNEN. De Nederlandse Spoorwegen zijn al jarenlang bezig met een plan voor de verbetering van de situatie van het station. De tunnel onder de spoorlijn aan de Terheijdenstraat wordt thans aan gelegd. Wanneer komt de rest aan de beurt? Antwoord: De verbetering van de situatie van het station is afhankelijk van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 190