194
23 JUNI 1960
Vraag:
Bij de behandeling van de begroting 1960 is gewezen op het hoge
benzineverbruik van de torenauto's en volkswagens van de gemeente
lichtbedrijven.
Antwoord:
Het wagenpark van de gemeente lichtbedrijven en waterleiding be
staat uit 2 torenauto's, 3 vrachtwagens en 2 volkswagen bestelauto's.
Er wordt met deze auto's in totaal 100.000 km per jaar gereden,
waarvan het merendeel met de torenauto's en de vrachtwagens.
Het benzineverbruik van een torenauto is ongeveer 1 2,3, dat van
de vrachtauto's gemiddeld 1 3. De volkswagens hebben tengevolge
van de korte ritten, welke deze maken, een verbruik van 1 7,7.
De auto's worden regelmatig gecontroleerd in de centrale werkplaats
van het gemeentelijk vervoerbedrijf; vanwege dit bedrijf worden de ver
bruikscijfers van bedoelde wagens normaal geacht.
In aanmerking moet worden genomen dat bij de torenauto's de
motor ook bij stilstand veelal draait voor het bedienen van de hydrau
lische installatie.
4. Opcenten hoofdsom personele belasting over belastingjaar 1960/1961.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
5. Aanvullende lening voor financiering van de verbouwingskosten van
het St. Laurens-ziekenhuis.
De heer VAN BIJNEN is er wel voorstander van om een zuinig be
heer te voeren. Doch op 16 juli 1958 werd de betaling van rente en
aflossing gegarandeerd van een geldlening groot f 2.000.000.terwijl
nu, nog geen 2 jaar later, er 50°/o bovenop moet. Heeft men in eerste
instantie wel juist voor ogen gehad wat moest gebeuren. Hij zou toen
wel nauwkeuriger berekeningen hebben willen zien; deze afwijking is
te groot. Hij verzet zich uiteraard niet tegen het voorstel, doch een
nadere toelichting zou hij wel gaarne zien.
De heer QUADEKKER zegt dat de stukken hem wel hebben over
tuigd; hij heeft geen bezwaar om de gevraagde rente en aflossing te
garanderen.
Wethouder VAN BOXTEL meent toch wel te kunnen stellen dat de
ter inzage gelegde stukken voldoende inzicht geven; van verschillende
posten is een detaillering gegeven. Voorzover er sprake zou zijn van
een te zuinig beheer en in eerste instantie de zaak te 'imnitieus' zou
zijn bekeken, moet spreker voor rekening van het ziekenhuisbestuur
laten. De gemeente heeft hier geen zeggenschap en bevoegdheid in.
Naar aanleiding van het tweede verzoek zijn uitgebreide besprekingen
gevoerd.
Zonder verdere beraadslagingen, wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
6. Uitbreidingsplan „Brabantpark C 1960".
7. Onteigening percelen in uitbreidingsplan „Emer 1959" en „de Krog-
ten 1956".
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.