13 JANUARI 1960 19 voor hem, omdat hij als lid van de afdeling voor openbare werken bij de betrokken vergadering aanwezig is geweest. In deze vergadering heeft spreker zich echter verzet tegen het niet ontvankelijk verklaren van drie der reclamanten. Ook heeft spreker gezegd, dat het trafohuis niet zo'n net gebouw was en er allerongelukkigst stond. Nu spreker alle fracties hoort, de heer Van Bijnen spreekt wel voor zichzelf, doch toch eigenlijk ook weer voor de fractie omdat er niemand anders iets heeft gezegd, meent spreker te moeten opmerken, dat als burgemeester en wethouders het nog eens opnieuw moesten doen, zij het zeker niet zo zouden doen. Spreker was van oordeel dat het trafohuis ter plaatse moest staan om de drukkerij van Vermijs gemakkelijker van sterkstroom te kunnen voor zien. Hij is van mening dat hetgeen wat fout is, hersteld moet worden. Daarom ware het trafohuis te verplaatsen. De heer KRAMERS is een van de leden van de afdeling voor openbare werken, die niet aanwezig is geweest bij de vergadering van de afdeling. Toen spreker telefonisch werd gevraagd of hij bij de vergadering aanwezig kon zijn, heeft hij te kennen gegeven, dat zulks niet kon. Nu staat onder aan het voorstel van burgemeester en wethouders, dat de afdeling ermee akkoord is. Niet is vermeld, dat er maar twee leden aanwezig waren. Spreker vraagt of het niet mogelijk ware geweest de vergadering met een zo belangrijk voorstel te verzetten. Spreker was er niet voldoende van op de hoogte, waarom het eigenlijk ging. Wethouder JONGBLOED zegt, dat hem geen gemakkelijke taak is beschoren. Veel woorden aan deze zaak wijden heeft eigenlijk niet zoveel zin. De feiten liggen er. Er zijn inderdaad fouten gemaakt. Formeel had de vaststelling van de rooilijnen en bebouwingsvoorschriften niet mogen plaats vinden dan nadat de intrekking van het wederopbouwplan was goedgekeurd. Na de goedkeuring van de rooilijnen en de bebouwings voorschriften door gedeputeerde staten hebben burgemeester en wethou ders te goeder trouw gemeend, dat men hierop kon voortbouwen. Daarom deden burgemeester en wethouders dan ook het voorstel voor de bouw van het trafohuis. Als de hele zaak nog blanco lag zou de raad kunnen zeggen, dat hij dit niet wilde. Dan zou hij de toestand kunnen laten zoals hij was of een nieuwe oplossing voorstaan. Men moet niet uit het oog verliezen, dat er besluiten genomen zijn, die achteraf niet geldig blijken te kunnen zijn. De raad besloot de mr. dr. Frederiksstraat te wijzigen omdat deze een andere functie heeft gekregen in het verkeers- stramien. Toen aan de raad werd voorgesteld het trafohuis te bouwen wist men niet, dat de minister geen goedkeuring aan de intrekking zou hechten. De feitelijke toestand aldaar is geaccepteerd. Ook zonder bezwaar is de ruiling met de fa. Vermijs geaccepteerd. Hierdoor verkreeg de gemeente twee percelen grond, waarvan een bestemd voor het trafohuis en een voor de afronding van de hoek Markendaalsewegmr. dr. Frede riksstraat. Wat er met de onbebouwde grond nu gaat gebeuren kan spreker niet zeggen. Welke beslissing de raad ook neemt, met de bebouwing aldaar wordt niet voortgegaan alvorens de hele kwestie duidelijk en rechtsgeldig is. Dit is wanneer de minister aan de wijziging van het wederopbouwplan zijn goedkeuring heeft gehecht. Als de minister tegen de goedkeuring geen bezwaar had gemaakt en de goedkeuring van de rooilijnen intact was gelaten, dan was de toestand in overeenstemming met de genomen besluiten. Alleen had men kunnen zeggen dat er een ongelukkige oplossing was gevonden. Nu ligt door de formele fouten de zaak weer open en dient alsnog de goedkeuring op de situatie te worden verkregen door het wederopbouwplan te wijzigen. Daarna dient te worden afgewacht wat in hoogste instantie wordt beslist. Wordt het besluit niet goedgekeurd dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 19