23 JUNI 1960 201 h.b.s. recht op één klas rijkssubsidie. Los van een definitieve erkenning houdt de beslissing van de minister in dat ook voor het cursusjaar 1960/61, al is het dan gedeeltelijk, zal worden gesubsidieerd. Spreker kan het met de gedachten eens zijn dat het niet juist zou zijn als de gemeente deze school ten eeuwigen dage zou moeten ibsidiëren. De heer QUADEKKER is het met de laatste zinsnede van de wethou der „dat subsidiëring ten eeuwigen dage beslist niet juist zou zijn" vol komen eens. Het gaat thans niet om de toekennning van een subsidie van f 24.090,maar van f 72.270,—. De VOORZITTER is het hiermede niet eens. Het gaat om de subsidiëring over de periode 1-9 - 31-12-'60 tot een bedrag van maximaal f 24.090,Een verdere subsidiëring is thans niet aan de orde. Voor de subsidiëring van het verder gedeelte van het cursusjaar 1960 61 heeft de raad nog alle bevoegdheid. Aan de beslissing van het rijk kan men toch zien dat het rijk wel de neiging heeft om geheel te gaan subsidiëren. Voorts stelt spreker voor, i.v.m. de beslissing van het rijk om één klas te subsidiëren het ontwerp-besluit onder de voorwaarde sub 1 te wijzigen in: „voorzover het rijk voor 1960 alsnog subsidie verleent. enz." Met inachtneming van deze wijziging wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 21. Verbouwing stedelijk gymnasium. De heer RATTINK merkt op dat het reeds de vierde keer is dat er een krediet wordt gevraagd voor de verbouwing van he: gymnasium. Dit moet toch niet zo. Het wil hem voorkomen dat vri: d allemaal kosten aan de orde zijn die van te voren te voorzien ware De kosten van terreinafscheiding, van decoratieve aankleding enz. hadden in eerste instantie al in de kostenbegroting kunnen worden opgenomen. Spreker had gaarne gezien indien voor alle voorzieningen aan de raad een totaalkrediet zou zijn gevraagd. Hij verzoekt met zijn o .nerking in de toekomst rekening te houden. De heer KRAMERS merkt op dat de afdeling voor het c:. derwijs toch akkoord is gegaan met het voorstel. De heer KROON onderstreept de woorden van de heer Fattink. Hij heeft ernstig bezwaar tegen de gang van zaken. Er zijn r eds eerder grote kredieten beschikbaar gesteld. Het is een ernstige lisrekening geweest. Hij verzoekt in het vervolg de zaken beter te bek:- en. De VOORZITTER deelt mede dat pas later is gebleke dat er vele onvolkomenheden aan het oude gedeelte van het schoolgeb r.v kleefden. Dit had men tijdig moeten zien kan men zeggen. Doch vele mankemen ten kwamen eerst tijdens de verbouwing naar voren, zodat men dus achteraf nog met voorstellen moet komen. Spreker begrijpt dat het voor de raad niet prettig is dat meermalen achteraf met een ve: roek wordt gekomen om een krediet beschikbaar te stellen, doch men r.v et toch ook begrip hebben voor het vele werk wat de dienst van opei.' rre werken moet verzetten. Het bedrag van f 34.500,is op zich aan de lage kant; het is nog geen 5"/o van de totale kosten; derhalve niet zo'vi grote over schrijding. Spreker vraagt begrip voor de omstandigheden- het achter wege laten van de voorzieningen zou ook niet verantwoord r jn geweest. De heer KROON vindt de verdediging van de wethouder niet sterk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 201