206
23 JUNI 1960
28. Subsidie Stichting Zomerfestival Breda.
De heer BROEDERS merkt op dat het de bedoeling van de afdeling
voor de subsidies is om een subsidie in het tekort te verlenen tot een
maximum van f 8.000,
De heer VIS kan wel met het voorstel meegaan. Hij vindt het jammer
dat een misverstand aanleiding is geweest dat eerst thans een voorstel
aan de raad wordt gedaan.
De heer MENDES zegt dat de afdeling voor de subsidies van harte
met het voorstel heeft ingestemd. Er is nu gedurende een maand bijna
iedere avond iets te doen.
Hij hoopt dat het zomerfestival zal kunnen uitgroeien en dat nog
meerdere weken erbij betrokken zullen kunnen worden.
De 3e alinea van het voorstel is in de verleden tijd gesteld. Dit zou
tot misverstand aanleiding kunnen geven. De nieuwe subsidie-regeling
van f 8.000,voor de Stichting Zomerfestival houdt in dat de lijst van
uitvoeringen met de toegekende bedragen opgesteld wordt door de
Stichting, in overleg met de culturele werkgemeenschap, onder goed
keuring van burgemeester en wethouders.
De VOORZITTER zegt dat hetgeen de heer Broeders heeft opgemerkt,
ook de bedoeling van het voorstel is. Het misverstand is door heel toe
vallige omstandigheden ontstaan. Het bestuur van de stichting had een
onderhoud gehad met de wethouder en had de indruk dat geen aanvrage
meer behoefde te worden ingezonden. Op de vraag of uitbreiding van
het zomerfestival zal kunnen worden gegeven is nu niet direct positief
antwoord te geven. Een uitbreiding zal ook meerdere kosten met zich
medebrengen. Inderdaad is er toezicht van de culturele werkgemeen
schap en kunnen de toegekende bedragen eerst worden uitgekeerd na
goedkeuring door burgemeester en wethouders.
Hierna wordt conform het voorstel besloten.
29 a t/m e. Diverse aankopen.
30 a t/m h. Diverse verkopen.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
De punten 31, 49 en 19 worden tegelijk aan de orde gesteld.
31. Huur pand Veemarktstraat 49 ten behoeve van gem. kredietbank.
49. Verplaatsing gem. volkskredietbank.
19. Voorzieningen gem. schoolgebouw Kloosterlaan 1.
De heer HULSKRAMER informeert of door de beschikbaarstelling
van de lokalen in het gebouw Kloosterlaan 1, de r.k. Vormingsschool
voor detailhandel de lokalen in het gebouw Justinus van Nassau ont
ruimt, of dat de school lokalen te kort heeft.
De VOORZITTER deelt mede dat het hier een uitbreiding van de
school betreft. Het is uiteraard een tijdelijke voorziening.
Het voornemen bestaat om tot nieuwbouw te komen.