23 JUNI 1960
211
Wordt met bedrijf bedoeld het bedrijf dat daar staat of het elektriciteits
bedrijf?
De VOORZITTER deelt mede, dat hier en ook elders in het voorstel,
het elektriciteitsbedrijf bedoeld wordt.
45. Eervol ontslag G. v. d. Meent, leraar gemeentelijke handelsavond
school.
46. Eervol ontslag W. H. v. d. Berge, leraar gemeentelijke technische
avondschool.
Aan beide heren wordt eervol ontslag verleend, onder dankzegging
voor de aan de gemeente bewezen diensten.
47. Bezoldigingsregeling ambtenaren op jaarsalaris 1960 en weeksalaris
1960.
De heer BROEDERS zegt dat volgens het voorstel in de weeksalaris-
sen, bedoeld in artikel 3 van de ontwerp-bezoldigingsregeling ambtenaren
op weeksalaris 1960, in tegenstelling tot de jaarsalarissen, de 5,6°/o bij
slag voor de verschuldigde premie ingevolge de algemene ouderdoms
wet reeds is opgenomen. Waarom geschiedt dit niet voor de jaar
salarissen?
In het algemeen is het toch het streven om alle toelagen in de salaris
schaal te verwerken.
De heer HULSKRAMER zegt in het voorstel en de bijlagen niets
gelezen te hebben omtrent de jeugdige ambtenaren van 1421 jaar.
Hij vraagt of deze categorie buiten de voorschriften valt en of daar
iets aan kan worden gedaan.
Wethouder VAN BOXTEL zegt het in het algemeen met de heer
Broeders eens te zijn. Het streven is inderdaad om alle toelagen in de
salarisschalen te verwerken. Waarom er nu tussen de jaarsalarissen en
weeksalarissen onderscheid is gemaakt komt enkel vanwege het feit dat
de rijksregelingen dit onderscheid ook maken. Het is bekend dat de
gemeentelijke salarisregelingen parallel moeten lopen met de terzake
geldende rijksregelingen. De verklaring zou hierin gezocht kunnen wor
den dat de weeksalarissen als regel de maximale toeslag voor de premie
a.o.w. niet halen. Bij de jaarsalarissen is dat niet zo; bij de jaarsalaris-
opbouw zou dan een knik in de salarisschalen komen. Op de vraag van
de heer Hulskramer, waarom het jeugdig personeel niet in de regeling
is opgenomen zou spreker niet precies een antwoord kunnen geven;
het is vrij technisch. Hij vraagt de heer Hulskramer gelegenheid om
dit te bekijken en zegt toe dat deze zal worden ingelicht.
De heer HULSKRAMER gaat hiermede akkoord.
Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
48. Wijziging kindertoelage-verordening 1959.
De heer VAN BIJNEN zegt dat de raad zich wel bij het voorstel
zal moeten neerleggen. Hij drukt er zijn spijt over uit dat de rijksover
heid niet de kindertoelageregeling, zoals die in het zuiden gewenst
wordt, wil goedkeuren. Terecht is er in een overgangsregeling voor