13 JULI 1960 243 preadvies „zelfs al zou waargemaakt kunnen worden, dat een openbare kleuterschool in Doornbos bij de opening door tenminste 90 kleuters zou worden bezocht dan nog is de gemeenteraad ingevolge het gestelde in het 3e lid van artikel 9 van de kleuteronderwijswet bevoegd een verzoek om schoolstichting niet in te willigen, indien hij van oordeel is, dat in de gemeente zelf op genoegzame wijze is voorzien in de behoefte aan openbaar kleuteronderwijs voor de kleuters van eigen in gezetenen". Naar sprekers mening geldt ook hier, hetgeen ten aanzien van het lager onderwijs is gesteld namelijk de genoegzame wijze waarop deze scholen aanwezig moeten zijn. Met name is hier van belang de aan wezigheid van de Teteringsedijk. De door deze weg gevormde besloten heid van de wijk miskennen burgemeester en wethouders. Immers bij het bepalen van het aantal lokalen voor de nieuwe openbare kleuter school aan de Beverweg zal, aldus burgemeester en wethouders, reke ning worden gehouden met een aantal kleuters uit de wijken Belcrum, Linie en Doornbos, waarom openbaar onderwijs verlangd wordt. Toch zullen burgemeester en wethouders de wijkomstandigheden in aanmer king moeten nemen. Ook ten aanzien van dit gedeelte van het preadvies van burgemeester en wethouders wil spreker enige cijfers produceren. Er zijn in Breda 28 kleuterscholen, waarvan 9 met een leerlingen aantal beneden 90. Hiermede wenst spreker te betogen, dat er ook bestaansrecht is voor kleuterscholen ook al wordt het cijfer van 90 niet gehaald. In Effen ligt een kleuterschool met 40 leerlingen. Dit is nu net zo'n speciale wijk als Doornbos. Dat een kleuterschool start met 90 kleuters is geen vereiste. Er kan immers een beroep gedaan worden op de Kroon via artikel 10 der kleuteronderwijswet. Een precedent is te vinden in de stichting van een hervormde kleuterschool met maar 40 kleuters in het Brabantpark. Spreker vraagt zich af waarom burge meester en wethouders als bestuur van de te stichten kleuterschool niet even actief zijn en geen beroep doen op artikel 10 der kleuteronder wijswet. Spreker bekent in alle openheid, dat hij op verschillende punten geen absoluut vaststaande cijfers gegeven heeft. Wel heeft spreker aan nemelijk gemaakt, dat een kleuterschool van 40 leerlingen bestaansrecht heeft. Als er van de 68 kleuters, die thans de openbare kleuterschool aan de Beverweg bezoeken, 28 worden afgehaald, die te zijner tijd naar confessionele kleuterscholen gaan, dan blijven er nog 40 over, welke voldoende zijn voor het bestaan van een kleuterschool. Spreker wenst derhalve nog eens te wijzen op de gevaarlijke ver keersweg, die de Teteringsedijk is, de procedure, die artikel 10 der kleuteronderwijswet mogelijk maakt, de beslotenheid van de wijk Linie- Doornbos-Belcrum, de toekomstige bebouwing van de Vuchtpolder en tenslotte de tijd vóór dat een school gereed kan zijn en die wel op 3 a 4 jaren gesteld kan worden. Hij doet een hartstochtelijk beroep op de raad. Als de raad ook maar iets kan voelen voor sprekers betoog zal hij het verzoek niet afwijzen. Er is reden te over de mogelijkheid van stichting der twee openbare scholen ernstig te bezien en zowel het openbaar lager onderwijs als het openbaar kleuteronderwijs een faire kans te geven. De heer NIEUWLAAT zegt, dat de onderhavige materie uitvoerig is behandeld in de afdeling voor het onderwijs. In deze afdeling is duidelijk gesteld dat de laatste jaren de planning van scholen geschiedt aan de hand van de cijfers van de sociografische dienst. Dit is altijd min of meer het orgaan geweest, waar uit werd afgelezen, waar scholen zouden moeten komen. Zo zullen er volgens de gegevens van deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 243