13 JULI 1960 251 19. Diverse aankopen. 20. Ruiling van grond. 21. Aankoop van grond. 22. Diverse verkopen. 23. Overdracht van grond om niet. 24. Zie na no. 11. 25. Uit de pachtneming van grond. 26. Ruiling van grond. 27. Zekerheid hypothecaire geldleningen. 28. Regrotingswijzigingen. 29. Ontslag leraren gemeentelijke technische school. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 30. Ontslag en in dienstneming vrouwelijk personeel. De heer HULSKRAMER zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Het voor ons liggende preadvies is reeds in de vergadering van 16 oktober 1957 uitvoerig in discussie geweest, bij de vaststelling van het ambtenarenreglement. Het uitvoerige debat, dat toen heeft plaats gehad, ging uitsluitend over het derde lid van artikel 10, luidende „Gehuwde vrouwen kunnen niet in vaste dienst worden aangesteld". Het waren met name de fracties van de P.v.d.A. en V.V.D. die dit lid uit het ambtenarenreglement ge schrapt wilden hebben. De overige fracties steunden unaniem het voor stel van het college. Het was de toenmalige wethouder, die in een acht tal punten de motivering van het college over de onderhavige kwestie kenbaar maakte. Mijnheer de voorzitter, ik zal er mij van onthouden om al deze punten nogmaals te herhalen, wel ik er nog op wijzen, dat in het hierboven genoemd debat door het college uitdrukkelijk werd gesteld dat het een principiële kwestie was. U kunt zich dan ook wel voorstellen dat het mij vreemd voorkomt, dat bij dit preadvies uw college nu een principiële ommezwaai maakt. Voor ik mijn stem dan ook aan dit voorstel wil geven, zou ik graag een uitvoerigere motivering van uw college willen hebben. De heer RATTINK wil beginnen met een technische opmerking. Als men het 3e lid van artikel 10 Iaat vervallen wordt het 4e lid het 3e. Het doet spreker genoegen hier een ander geluid te kunnen laten horen dan bij punt 14b. Het kan verkeren. De heer Hulskramer heeft de ver gadering van 14 oktober 1957 aangeroerd. In die vergadering heeft spreker er voor gepleit artikel 10, 3e lid te laten vervallen. Hetgeen hij te berde bracht werd bestreden. Zijn argumenten werden niet aan vaard. Thans zijn burgemeester en wethouders van oordeel, dat er geen reden aanwezig is bijzondere voorzieningen te treffen ten aanzien van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 251