17 AUGUSTUS 1960
275
Wethouder VERMEULEN acht het onverstandig in dit opzicht toe
zeggingen te doen. Eerst moet het resultaat van het onderzoek worden
afgewacht en dan kan nog worden gezien of er maatregelen moeten
worden genomen. De consequenties zijn nu nog niet te overzien.
De heer KRAMERS bedoelde slechts suggesties voor de toekomst te
doen. Niet iedere aannemer is verstandig.
De heer VAN HOUTEN acht het opvolgen van deze suggesties zeer
bedenkelijk. In dit opzicht heeft het gemeentebestuur geen taak.
De heer QUADEKKER: stelt u zich voor dat ik 2 winkels koop. Ik
kan die toch verhuren aan wie ik wil? Zouden burgemeester en wet
houders mij dit moeten verbieden?
De VOORZITTER acht dit een vraagstelling ten principale. Hij be
twijfelt of een bevestigend antwoord zou moeten worden gegeven. Hij
verwijst overigens naar het onderzoek dat wordt ingesteld.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
7. Onteigening in het plan „Poolseweg 1959".
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
8. Inrichting Chasseeterrein tot demonstratieterrein.
De VOORZITTER benadrukt het grote belang van het onderhavige
project dat past in de centrale functie van Breda. Gelet op de beoogde
doelstelling is het gevraagde krediet zeker niet overdreven te noemen.
De heer QUADEKKER zegt dat zijn fractie blij is met het genomen
initiatief, mede gelet op de goede voorlichting, welke is gegeven. Hij
heeft de indruk dat de inkomsten zuinig zijn geraamd. Het was een
plezierig geluid van de zijde van burgemeester en wethouders.
De heer VIS was tot zijn spijt niet aanwezig bij de informele raads
vergadering, waarin de nodige voorlichting werd gegeven. Hij heeft,
overeenkomstig de doelstellingen van de stichting „Nu 1961" van zijn
vrije tijdsbesteding genoten. In het algemeen kan hij het voorstel wel
toejuichen, al zijn er wel enkele bedenkingen. Spreker heeft zowel de
plattegrond, welke in de pers was afgedrukt, als de tekening, welke bij
de stukken behoort, gezien. Beide plannen stemmen niet geheel overeen.
Hij neemt aan dat de tweede tekening de juiste is. In de eerste plaats
zou hij willen spreken over plaats en grootte van het sportveld. Dit is
voornamelijk bedoeld als schoolsportveld. Hij vraagt daarom of er in dit
opzicht met de belanghebbende scholen overleg is gepleegd. Spreker
kan zich namelijk voorstellen dat de plaats als schoolsportveld nu niet
zo gunstig is vanwege de rond dit veld te houden manifestaties. Hij geeft
daarom in overweging de situering nog eens nader te bezien. Door een
omheining is mogelijk ook al wat meer armslag te bereiken. Spreker zal
voorts gaarne vernemen of het terrein dat nu is ingezaaid inderdaad per 1
september a.s. voor de scholen beschikbaar zal komen. In dezelfde hoek
zijn namelijk ook enige andere bestemmingen geprojecteerd. Hoe lang
kan dit terrein nog worden gebruikt; wanneer komen daar gebouwen te
staan? Spreker zou overigens gaarne zekerheid hebben omtrent een
zekere continuïteit in het gebruik door h.b.s. en gymnasium. Hij ziet
het terrein niet gaarne tijdelijk aan zijn bestemming onttrokken.