276
17 AUGUSTUS 1960
Spreker heeft uit de stukken vernomen dat een vrij groot deel van
het ingezaaide terrein als tentoonstellingsruimte kan worden benut. Is
de grasmat daarvoor wel geschikt?
Tenslotte merkt spreker op dat in deze belangrijke zaak een groot
bedrag wordt geïnvesteerd. In de raadsvergadering van 30 maart j.l. is
toegezegd dat met het stichtingsbestuur nog overleg zou worden ge
pleegd inzake de bestemming van een eventueel batig saldo van de
stichting Breda 1961. Hoe is het overleg op dit punt afgelopen?
De heer VAN CAULIL heeft in de begroting een post voor aan
schaffing van een regeninstallatie aangetroffen. Deze zal wel niet be
doeld zijn voor het verharde veld. Als men het terrein enigszins glooiend
maakt zal het laaggelegen grasveld wel voldoende regenwater ontvan
gen. Spreker zal gaarne vernemen hoe het terrein wordt beheerd. Wordt
dit overgedragen aan de stichting?
De heer DRION deelt mede dat zijn fractie waardering heeft voor
het voorstel. Er wordt een groot krediet gevraagd doch dit zal wel be
steed zijn. Breda moet blijven wedijveren met andere plaatsen in dit
gewest. Hij zal het voorstel gaarne steunen.
Wethouder BASTIAANSEN haakt allereerst aan bij de waarderende
woorden van de heer Drion. Burgemeester en wethouders willen deze
waardering gaarne doorgeven aan de betrokken diensten en de secretarie
die in korte tijd met de plannen gereed zijn gekomen ondanks vele be
sprekingen die nodig waren. Hetgeen de heer Drion verder opmerkte is
van principiële aard. Is een dergelijk terrein al dan niet nodig? Breda
heeft daaraan wel degelijk behoefte.
De heer Vis heeft de ligging van het sportveld in verband gebracht
met de te houden manifestaties e.d.. In het algemeen zal het sportveld
geen hinder ondervinden van incidentele gebeurtenissen. Bij grotere,
zoals de manifestatie „Nu 1961" is het sportveld minder gunstig gelegen.
De periode, waarin dit valt, ligt echter goeddeels in de vacanties. Ge
hoopt wordt dat ieder jaar een grote manifestatie kan plaats hebben,
waarbij gepoogd wordt de scholen zo min mogelijk last te veroorzaken.
Het schoolsportterrein moet wel midden op het terrein worden aange
legd, anders wordt het moeilijk er het gehele terrein voor allerlei evene
menten bruikbaar te maken. Een omrastering geeft een goede oplossing
doch deze zal volgend jaar nog niet worden aangebracht. Misschien zal
dit in volgende jaren gebeuren, mogelijk wordt deze verplaatsbaar. Het
ingezaaide terrein zal inderdaad per 1 september a.s. voor de school
sport gereed zijn. Hoe lang dit terrein gebruikt zal kunnen worden is nu
nog niet concreet te zeggen. Dit zal wel diep in het schooljaar zijn. Des
tijds is afgesproken dat dit provisorische terrein eerst voor manifestaties
zal worden gebruikt nadat het middenterrein gereed is. Mocht dit onver
hoopt niet gelukken dan zal een andere oplossing worden gezocht. Het
is wel de bedoeling de continuïteit van de schoolsport te verzekeren,
dit met uitzondering van de zes weken, bestemd voor manifestaties. Het
nieuwe terrein is bestemd voor sportterrein voor de beide scholen. Al
leen buiten de speeltijden is het beschikbaar voor bijvoorbeeld zomer
avondcompetitie en sportmanifestaties.
De heer Vis heeft voorts gevraagd of het ingezaaide terrein zich wel
leent voor tentoonstellingen. Gemeend is dat het terrein een goed aanzien
moet hebben. Het leggen van een grasmat is daarvoor het meest ge
schikt. Tentenbouw daarop is wel niet zo best maar gras groeit later
weer wel bij. Een bestrating is veel omslachtiger. De vraag van de
heer Vis inzake de bestemming van een batig saldo kan spreker, hoewel