296
14 SEPTEMBER 1960
's jubilaris breedheid en openheid van visie voor de geweldige groei en
uitleg van de stad maar ook zijn onverwoestbare humor en begrip voor
de versiering en de bloempjes des levens menen te mogen herkennen.
Van de bijzondere gebouwen en bestemmingen treft ons in de eerste
plaats een groot van zware tralies voorzien gebouw zijn hoofdkwartier
't huis der financiën en bedrijven, dat in gulden letters de klassieke tekst
draagt: „Nervus Rerum Gerundarum Pecunia", „De zenuw van alles is
het geld". Daar is het dat jubilaris als een goed huisvader en met veel
bankierstalent de koorden van de beurs hanteert.
Een ander aanpalend pand, joyeus en functioneel van lijn en kleur dient
zich als gemeenschapshuis aan, dat door allerlei dragers van culturele en
sociale werken druk gefrequenteerd wordt, 't Is daar ook, dat de heer
Meijs zijn vele maatschappelijke en representatieve taken buiten het
stadhuis vervult; zo is hij vice-voorzitter van de culturele vereniging
Podium, voorzitter van het Borgstellingsfonds, penningmeester van het
Brabants conservatorium te Tilburg.
Een ander, min of meer in „Jugendstil" opgetrokken, doch inmiddels
weer verlaten, gebouw, lijkt op het eerste gezicht een K.L.M.-passage-
bureau te zijn. Toch ben ik er niet zeker van dat de Koninklijke
Luchtvaart Mij. daarin ooit gehuisvest is geweest, meer waarschijnlijk,
zo werd mij duidelijk, herinneren de enigszins vervaagde initialen „K.L.M."
aan een of andere verkiezingsstrijd uit het jaar 1953.
Dames en heren, zo zou ik door kunnen gaan. Ik zou U kunnen wijzen
op de functioneel zo belangrijke verkeersweg de „Keizerstraat", die wel
zeer zwaar door jubilaris geprojecteerd, gearceerd en in werkelijkheid
gerealiseerd is.
Ik zou II kunnen wijzen op de als gedempt genoteerde haven, een dem
ping, welke in hem een warm voorstander en een pleitbezorger tot in
Den Haag gevonden heeft. Maar ik geef er de voorkeur aan de geviseerde
maquette met Uw eenparig „fiat" ter zijde te leggen en mij rechtstreeks
te wenden tot de mens en medewerker van dit alles, wethouder Jan Meijs.
Hooggeachte jubilaris, wij allen niet minder dan de vele duizenden
burgers van Breda die U jarenlang onafgebroken hun volledig vertrouwen
en hun stem en steun gegeven hebben, zijn vervuld van dankbaarheid en
respect voor de bijzondere toewijding, het waarachtige élan en de integri
teit, welke Uw persoon en Uw arbeid in al deze jaren gekenmerkt heeft.
Met brede kennis van zaken en indringende belangstelling, die U dwingt
op gezette tijden U in de zaken en plannen ook van al Uw collega's, wat
het financieel aspect betreft, te verdiepen en te bekwamen, met een stipt
heid en zorgvuldigheid die de zakenman en met name de bankier in U
kenmerkt en tenslotte met de integriteit en het verantwoordelijkheidsgevoel
van een waarachtig bestuurder hebt gij de zware plichten van Uw staat
waargenomen en vervuld.
Zo is 't dat „Breda" U in het hart gegrift staat en omgekeerd dat Breda
U op de handen draagt vanwege Uw vruchtbare arbeid aan de toekomst
van en de liefde tot deze stad. En te zelfder tijd worden wij ons bewust
van de verhevenheid maar ook van de zwaarte en onvolkomenheid van
onze ambtsvervulling, vooral wanneer wij het woord van Pius XII nog
eens in onze herinnering roepen, toen hij tot een menigte van gemeente
bestuurderen van de gehele wereld sprak: „Niemand geniet méér onze
hoogachting omdat niemand beter dan wij begrijpt en waardeert, welke
zware last op Uw schouders gelegd is. Niemand schat beter dan wij de
gaven en kwaliteiten van intellectuele en morele orde op hun juiste waarde,
die het beheer en bestuur van plaatselijke aangelegenheden eisen, wil dit
werk bevoegd gebeuren.
Hoe zou het ook anders kunnen zijn, waar het karakter zelf van Uw
functie U voortdurend, rechtstreeks of onrechtstreeks, in contact brengt