302
14 SEPTEMBER I960
Ingekomen stukken.
2a t/m b.
Deze stukken worden in handen gesteld van burgemeester en
wethouders voor het uitbrengen van preadvies.
3a t/m j.
De stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
3g. Goedgekeurde besluiten.
Datum raadsbesluit:
Agendano.:
Datum besluit gedeputeerde staten:
12 februari
1958
19
12
maart
1958,
G.
no.
101026
7 mei
1958
16b
4
juni
1958,
G.
no.
108967
16 september
1959
21 f
14
oktober
1959,
G.
no.
35945
11 november
1959
29e
16
december
1959,
G.
no.
40709
17 februari
1960
40
16
maart
1960,
G.
no.
50318
13 april
1960
13e
31
mei
1960,
G.
no.
55254
11 mei
1960
20b
6
juli
1960,
G.
no.
57800
11 mei
1960
19c
17
augustus
1960,
G.
no.
57816
11 mei
1960
19f
10
augustus
1960,
G.
no.
58766
23 juni
1960
33
24
augustus
1960,
G.
no.
62109
23 juni
1960
32
24
augustus
1960,
G.
no.
62111
23 juni
1960
30g
3
augustus
1960,
G.
no.
62215
23 juni
1960
30d
3
augustus
1960,
G.
no.
62219
23 juni
1960
48
10
augustus
1960,
G.
no.
45613
13 juli
1960
19a
10
augustus
1960,
G.
no.
63821
Dat. besluit b.
en w.:
Agendano.:
Datum besluit gedeputeerde staten:
8 maart
1960
16 maart
1960,
G.
no.
51103
12 april
1960
11
mei
1960,
G.
no.
55811
10 juni
1960
3 augustus
1960,
G.
no.
62214
10 juni
1960
3
augustus
1960,
G.
no.
62212
10 juni
1960
3 augustus
1960,
G.
no.
62221
Verdaagde besluiten.
Datum raadsbesluit:
Agendano.:
Datum besluit gedeputeerde staten:
11 mei
1960
22c
17 augustus
1960,
G.
no.
58258
11 mei
1960
19d
17 augustus
1960,
G.
no.
57817
3i. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag;
Mevrouw DE BONTE zegt dat de bewoners van de Jac. Catssingel bij
de politie een klacht hebben ingediend m.b.t. het weiden van paarden en
geiten op het shotveld aan de Jacob Catssingel. Er is nadien ter plaatse
een bordje aangebracht dat het verboden is om paarden enz. te doen
grazen. Aan dit verbod werd niet de hand gehouden. Spreekster verzoekt
hierop toezicht te doen uitoefenen in het belang van de kinderen.
Antwoord;
Op het shotveld aan de Jacob Catssingel werd de laatste tijd viermaal
een paard aangetroffen. Nadat de respectieve eigenaren waren opgespoord
verklaarden dezen onafhankelijk van elkaar, dat zij in de mening ver
keerden, dat het bord „verboden voor paarden en vee" gold voor het
voetpad, waarnaast het is geplaatst. Dit bord schijnt derhalve misleidend
te zijn. Wij hebben thans opdracht gegeven enige borden op een zodanige
wijze bij te plaatsen, dat geen misverstand meer mogelijk is.