14 SEPTEMBER 1960
307
afdwongen vanwege de aanpak van moeilijke problemen, zonder daarbij
heilige huisjes te sparen.
Ik herinner aan het voorstel van de regeling voor jeugdsubsidiëring en
schooltandverzorging.
Ook thans liggen weer 2 voorstellen voor ons n.l. nr. 7 en 8 die wijzen
op een meer strak beleid.
Uiteraard hebben individuele raadsleden op detailpunten bezwaren, doch
ik kan U verklaren dat de gehele K.V.P.-fractie in principe akkoord gaat
met uw voorstellen.
Reeds lang heb ik het een bezwaar geacht dat de raad voor een zo
belangrijk werk als het gezins- en wijkwerk eerst lange tijd nadat de
uitgaven gedaan waren, werd geconfronteerd met de rekening waarvan
dan het exploitatietekort integraal werd vergoed.
Ik en ik meen wel alle raadsleden, hebben diep respect voor de wijze
waarop de Pius X-stichting haar werk heeft aangepakt, verricht en verder
uitgebouwd. Dit is dan ook wel de reden waarom de raad zolang bewil
ligd heeft in deze gang van zaken.
Het voorstel om vooraf de begroting in rustig overleg tussen burge
meester en wethouders en de stichting te bespreken waarna de raad kan
oordelen over de subsidiabele kosten acht ik een groot winstpunt in deze
aangelegenheid.
Naar mijn mening tast dit niet de vrijheid van de stichting aan om hun
beleid te voeren, zoals zij dit wil. Zij zal alleen voortaan weten, dat als
zij dit beleid voert de kosten al dan niet subsidiabel zullen zijn. Dit is
een gezonde samenwerking waarbij iedereen tenslotte wel zal varen.
Evenzeer acht ik het een goede gedachte uit te gaan van de veronder
stelling dat de stichting 25.000,per jaar uit particuliere bronnen zal
trachten te verwerven. Per slot van rekening is het door particulieren
aangepakt werk, weliswaar prijzenswaardig en in grote lijnen ook nood
zakelijk, doch dit brengt, naar de stelregels van de subsidiecommissie mede
dat zoveel mogelijk uit eigen middelen wordt voorzien en de overheid
subsidieert wat zij nodig oordeelt. Ik heb dan ook geen bezwaar tegen
deze afwijking van de rijksregeling, mits burgemeester en wethouders in
redelijkheid dit bedrag bezien.
Dat de gemeente indirect subsidieert in de kosten van het centraal
orgaan acht ik juist, doch de consequentie is natuurlijk dat de raad moet
weten welke kosten van het centraal orgaan subsidiabel zijn. Dit moge
dan wellicht voor deze instantie minder prettig zijn. De raad moet deze
begroting eisen om zijn verantwoordelijkheid te kunnen dragen.
Tenslotte hoop ik dat burgemeester en wethouders erin zullen slagen de
zozeer gewenste samenwerking tussen de diverse organisaties van maat
schappelijk werk tot stand te brengen om hierdoor een meer doeltreffende
organisatie van het werk en wellicht een redelijke besparing te vinden.
Met belangstelling zie ik dan ook de verdere gang van zaken tegemoet,
waarbij ik uw college zou willen verzoeken de raad op de hoogte te houden
van de resultaten welke het stedelijk centrum heeft bereikt inzake haar
structuurplan.
De heer NIEUWLAAT zegt bewondering te hebben voor de moed
van het college van burgemeester en wethouders om de voor Breda zo
noodzakelijke ordening op het terrein van het maatschappelijk werk tot
stand te brengen. Hij gelooft dat deze subsidieregeling nauwe aansluiting
geeft aan de rijkssubsidieregeling. De subsidieregeling geeft de mogelijkheid
om de ontwikkeling van het maatschappelijk werk op de voet te volgen.
Bij deze ontwikkeling van het maatschappelijk wijkwerk zal in de toekomst
met name worden bezien of het werk van de Pius X-stichting in bepaalde
wijken van de stad nog voor 100% kan worden gerekend tot het gespe-