320 14 SEPTEMBER 1960 volgend jaar hierop nog wel terug. Naar vrije toneelavonden gaat het publiek alleen als er volksstukken als „Witte non" worden gebracht. Bovendien kan hij de verzekering geven dat de Vereniging Concordia geen cent meer dan 1350,— per uitvoering zal geven. Volgens de heer Mendes zou het Zuidelijk Toneel een tegenhanger van de fWestersqj gezelschappen moeten zijn, omdat de uitkoopsommen van die verenigingen zoveel hoger zijn dan die van het Zuidelijk Toneel. Dit is niet het geval; een uitkoopsom van 1350,— ligt zo ongeveer gelijk met het bedrag dat de westerse gezelschappen vragen. Gaarne zou hij van de wethouder nog vernemen welk bedrag de kleine gemeenten aan subsidie bijeenbrengen. Mevrouw VAN MIERLO informeert welk bedrag de provincies Noord- Brabant en Limburg aan subsidie beschikbaar stellen, alsmede hoe hoog het bedrag ligt van de kleine gemeenten. De heer MENDES merkt nog op dat het logisch is dat bedragen van uitkoopsommen mede gebaseerd zijn op de subsidies. Wordt er geen subsidie gegeven dan zijn de uitkoopsommen hoger. Het westen komt niet met vrije voorstellingen. Als de vrije voorstellingen in Breda niet slagen dan ligt dat aan het publiek maar niet aan het gezelschap. De heer KAMPHUYS gelooft ook wel dat Ensemble op de goede weg is. Al zegt de wethouder dat de kritieken goed zijn, spreker heeft ook kritieken gelezen die echter niet zo daverend waren. Het is de bedoeling dat behoorlijk en verantwoord toneel wordt gegeven en geen toneel waar je met je kinderen niet naar toe kunt gaan. Er is nog geen sprake van concurrentie met de westerse gezelschappen, ofschoon de vereniging al vijf jaar bestaat. Spreker hoopt dat het volgend seizoen het gehalte beter zal zijn. Wethouder BASTIAANSEN zegt dat wat in het afgelopen seizoen is gepresteerd een goede landelijke pers heeft gehad. Persoonlijk heeft spreker de indruk dat de nieuwe directeur en de vernieuwing van het gezelschap de hoop doet koesteren dat de prestaties nog beter zullen worden. De navolgende bedragen worden door verschillende instanties gegeven: de provincie Noord-Brabant ƒ45.000,—; Breda 22.000,Eindhoven 35.000,15.000,(als vestigingsgemeente); Den Bosch 15.000, Tilburg 27.000,de overige kleine gemeenten ƒ36.000, daarbij het subsidie van het rijk van 130.000,geeft een totaal bedrag van 325.000,Het is een enorm bedrag, waarin Breda met een belangrijk subsidie bijdraagt. Het gaat hier echter om een algemeen Brabants cultu reel belang. De VOORZITTER deelt mede dat ook de notulen van deze vergade ring aan het Zuidelijk Toneel zullen worden toegezonden. Hierna wordt het voorstel aangenomen, met aantekening dat mevrouw Van Mierlo en de heren Minderhoud, Kroon, Van Houten en Van Werkhooven tegen het voorstel zijn. 14. Voorbereiding krediet bouw muziekschool. De heer RATTINK is het eens met het voorstel. Hij hoopt dat dit belangrijke project in een behoefte zal blijken te voorzien; het is niet alleen een plaatselijk maar ook een strcekbelang. In het voorstel staat dat nog overleg zal worden gepleegd met de rijksinspecteur voor het muziekonderwijs. Spreker had liever gezien dat het overleg reeds was gepleegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 320