326
14 SEPTEMBER 1960
systeem een financieel voordeel wordt behaald, deze besparing ten goede
moet komen aan de afnemers.
De heer VIS zou op grond van sociale overwegingen tegen het voorstel
moeten zijn. Een besparing kan belangrijk zijn, doch bij de onderhavige
aangelegenheid legt dit geen gewicht in de schaal. Dat het college nu zo
snel weer met dit voorstel komt, doet spreker wel vermoeden dat de
dienst met grote moeilijkheden zit. Hij ziet dan ook gaarne het nader
antwoord van de wethouder tegemoet om daarna zijn stem te bepalen.
Wellicht verdient het mogelijk aanbeveling om op een of andere manier
de giro-overschrijvingen te bevorderen.
De heer BIEMANS is een van de leden van de afdeling voor de nuts
bedrijven die als overgrote meerderheid voor het voorstel was. Er is
geen wijziging in zijn vorig standpunt gekomen. Het is een zaak van
budgettering. Nu komen er ook moeilijkheden voor bij de maandelijkse
betaling, dit zal bij de zeswekelijkse betaling ook blijven. Spreker zegt
begrip te hebben voor de moeilijkheden van het bedrijf; hij zal voor het
voorstel stemmen.
De heer DRION zegt de vorige keer tegen het voorstel te hebben
gestemd. Dat het college thans met het voorstel terug durft te komen, zal
zeker nodig zijn gebleken. Hij heeft nog steeds bedenking tegen de
voorgestelde regeling. Vooral nu er naar gestreefd wordt om de week
lonen om te schakelen naar maandsalarissen, zal de nieuwe regeling voor
vele mensen zeker moeilijkheden met zich medebrengen. Hij heeft evenwel
begrip voor de moeilijkheden van het bedrijf. Als de nieuw voorgestelde
regeling zoals burgemeester en wethouders beweren zo noodzakelijk is, dan
moet in het voorstel niet geschreven worden dat U min of meer genood
zaakt bent het nieuwe systeem weer voor te leggen. Min of meer is dan
niet op zijn plaats. Hij zal voor het voorstel stemmen.
Wethouder MEIJS deelt mede, dat door de directeur der nutsbedrijven
werd aangedrongen om het voorstel inzake de incassering bij het bedrijf
opnieuw aan de orde te stellen, omdat het voor hem moeilijk was om
geschikte incasseerders aan te trekken. Daar het voorstel nog slechts enkele
maanden geleden door de raad was afgestemd, wensten wij dit niet zonder
meer opnieuw voor te leggen, doch hebben eerst de gevoelens bij de
fractie-voorzitter afgetast. Men kan stellen dat de salariëring te gering is,
hetgeen spreker gaarne wil aanvaarden. Het is echter een gegeven waar
mede rekening moet worden gehouden; de salarisschalen zijn nu eenmaal
een rijkszaak. Om het meteropnemen en het incasseren tegelijk door één
persoon te laten doen is theoretisch misschien mogelijk; praktisch stuit
het op vele bezwaren; naast het meterboek, moet betrokkene een geldtas
bij zich hebben met kwitanties. Dit kan moeilijkheden geven; in de vlug
heid van afwerken worden zij zeker beknot. Daarbij komt dat de geld-
ophalers een andere dagindeling hebben dan de meteropnemers.
Via de muntgasmeters zou wel een oplossing te vinden zijn, ware het
niet dat iedereen muntgas schuwt. Ieder die muntgas had, werd vroeger
gekwalificeerd als wanbetaler. Thans maakt men bezwaren tegen het
betalen van 8 x per jaar; er zijn evenwel ook gemeenten waar het 6 x
per jaar gebeurt en bovendien ook goed voldoet.
Naar aanleiding van de opmerking dat bij die gemeenten geen zuidelijke
gemeenten zijn, merkt spreker op, dat in Eindhoven binnenkort de raad
een voorstel zal bereiken en dat ook verschillende andere gemeenten
met een voorstel van dezelfde strekking zullen komen.
Inderdaad is het financieel voordeel geen hoofdargument, maar van
