328
14 SEPTEMBER I960
De heer VAN CAULIL zegt dat de wethouder degenen, die muntmeters
gebruiken, als wanbetalers heeft gekwalificeerd. Desondanks ziet spreker
toch in het plaatsen van incidentele muntmeters een groot voordeel voor
de mensen die daar prijs op stellen. Het tarief zou aangepast kunnen
worden aan het vastrechttarief.
De heer VAN GISBERGEN merkt op dat de wethouder begrip heeft
voor de te lage salarissen; dan zal men volgens spreker ook de eisen lager
moeten stellen.
De heer VAN DUIJL zal zijn stem aan het voorstel verlenen, ook in
de afdeling voor de nutsbedrijven heeft hij voor het voorstel gestemd.
Hij heeft wel gevraagd om vooral in de eerste maanden de grootst
mogelijke souplesse toe te passen. Eerst vanmorgen heeft hij voor de
incasso een tussen-oplossing gehoord. In de gemeente Delft incasseert
men nl. per twee maanden. Betaalt men bij de eerste aanbieding van de
kwitantie niet dan volgt een tweede aanbieding. Men kan bij de eerste
aanbieding de helft betalen en bij de tweede aanbieding de rest. Mogelijk
kan dit systeem worden bekeken.
Mevrouw DE BONTE blijft bij haar ingenomen standpunt. Bij haar
stuit alles af op de sociale bezwaren. Mogelijk kunnen de incasseerders
bij de huisvrouwen een enquête houden.
Wethouder MEIJS zegt niet vooruit te willen lopen op de suggestie
van de heer Van Bijnen om tweemaandelijks te incasseren na invoering
van het maandloonsysteem. Door invoering van de zeswekelijkse methode
komt men als vanzelf tot een enquête.
Men moet begrip hebben voor de moeilijkheden in het bedrijf, de voor
gestelde regeling wordt zo maar niet voor de aardigheid ingevoerd; het
is harde noodzaak. Het is niet uitgedacht om enig financieel voordeel
voor de gemeente.
Spreker voelt er niets voor om het voorstel aan te houden. In Tilburg
zijn geen moeilijkheden voor wat betreft de incasseerders. Het ligt plaat
selijk allemaal anders. Ook aan wederinvoering van muntmeters kan geen
uitvoering worden gegeven omdat burgemeester en wethouders van de
muntmeters af willen. Ook landelijk stopt men ermede; zij worden ook
niet meer aangemaakt. De dienst stelt wel bepaalde eisen aan de opnemer,
doch er wordt geenszins overdreven.
Uiteraard zal bij de invoering van het nieuwe systeem soepel worden
opgetreden; dit wordt thans ook gedaan. Uiteraard niet met betrekking
tot de wanbetalers. Het door de heer Van Duijl geschetste systeem komt
spreker een beetje komisch voor; na de eerste betaling moet weer een
kwitantie worden gemaakt en door wie moet die worden afgegeven?
Spreker verzoekt in het belang van de dienst het voorstel aan te nemen.
De heer VAN DEN EEDEN blijft aandringen op het houden van een
enquête. Het nieuwe systeem zou kunnen worden ingevoerd; bij de innnig
zou de enquête kunnen worden gehouden. Blijkt dat er vele klachten bij
de mensen zijn dan zouden burgemeester en wethouders bereid moeten zijn
om weer tot invoering van het oude systeem over te gaan.
Wethouder MEIJS zegt niet te voelen voor een enquête; hij meent in
deze voldoende duidelijk te zijn geweest. Overigens zou men als 't ware
vooraf al de uitslag van de enquête weten.
De VOORZITTER is van mening dat men de sociale bezwaren niet
zal mogen overschatten. Die bezwaren gelden ook en misschien nog meer