12 OKTOBER 1960 337 Vraag: De heer RATTINK komt terug op het antwoord inzake de vervui ling van de Aa of Weerijs. Uit dit antwoord blijkt dat dit jaar niet meer gebaggerd wordt omdat de gelden ontbreken. Blijkbaar heeft men nog nooit geld hiervoor gehad want dit werk wordt steeds achterwege gelaten, behalve dan vorig jaar toen er dan nog iets is gedaan. Al bij al is het nu een rommeltje en hij verzoekt daarom er bij het bestuur op aan te dringen dat hieraan wat meer aandacht wordt besteed. Er is nu een behoorlijke wandelweg langs de rivier aangelegd, laat dan de rivier zelf ook een behoorlijk aanzien hebben. Antwoord: Zoals reeds in het antwoord op een vorige vraag over de vervui ling van de Aa of Weerijs tot aan de Bernhardbrug is medegedeeld, is dit gedeelte van de rivier in beheer en onderhoud bij het water schap „De Aa of Weerijs". Het bestuurslid van dit waterschap, dat de belangen voor zover deze in Breda liggen behartigt, heeft op een verzoek van de zijde der gemeente om het bedoelde gedeelte te baggeren in 1959 en 1960, geantwoord dat hiervoor geen gelden beschikbaar waren. Inmiddels heeft het vegen van de rivier wel plaats gevonden, doch deze maatregel is niet voldoende. Derhalve zal onzerzijds met het bestuur van het waterschap contact worden opgenomen, teneinde in gezamenlijk overleg na te gaan op welke wijze afdoende verbetering van dit riviergedeelte is te bereiken. Vraag: Een andere vraag van de heer MINDERHOUD, waarop geant woord werd, had betrekking op de breedte der terrassen. In het antwoord staat dat 1 meter ruimte uit de rijweg moet worden gelaten. Spreker geeft in overweging eens na te gaan of dit inderdaad overal het geval is. Men moet een afsluiting maken langs het terras. De gaten in het trottoir voor het bevestigen van deze afsluiting zijn veelal aanwezig, maar de afsluiting zelf ontbreekt. Waar deze wel is aangebracht wordt deze veelal gebruikt als rijwielstalling, zodat er in het geheel geen ruimte blijft op het trottoir. Spreker noemt als voorbeeld het café op de hoek van de School straat en de Vismarktstraat. Antwoord: Aan terrasvergunningen wordt niet altijd de voorwaarde verbon den, dat minstens één meter van het trottoir moet vrij blijven voor het voetgangersverkeer. Dit hangt af van de breedte van het trot toir, de intensiteit van het verkeer ter plaatse en de ligging van het terras. In het ene geval zal meer ruimte moeten worden vrijgelaten en in het andere geval zal met minder ruimte kunnen worden volstaan. De bedoelde voorwaarde is ook niet verbonden aan de in 1953 door ons verleende vergunning voor het terras op de hoek van de Schoolstraat -Vismarktstraat, omdat ter plaatse met minder ruimte voor het voetgangersverkeer kan worden volstaan. De toen door ons voorgeschreven ruimte voor voetgangers achten wij ook thans nog voldoende. Op de naleving van de in terrasvergunningen voorkomende voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 337