13 JANUARI 1960
33
Vóór stemden: mr. K. A. M. Bastiaansen, H. Biemans, W. C. A. M.
van Boxtel, H. J. C. Cosijn, K. van Houten, A. Jongbloed, J. J. Kamphuys,
D. J. A. Kramers, F. J. Melzer, A. Mendes, J. A. Meijs, G. Minderhoud,
F. H. M. Mol, A. J. A. Rattink, J. F. V. Vermeulen, F. van Werkhooven.
Tegen stemden: mevr. Th. M. M. de Bonte-de Munnik, mevr. M. W.
B. A. van Mierlo-Mutsaers, A. C. Bastiaansen, H. Broeders, J. M. van
Bijnen, P. J. van Caulil, mr. B. W. M. Drion, C. van den Eeden, N. W. C.
van Gisbergen, J. J. J. Hilte, G. F. Hulskramer, P. F. C. Nieuwlaat,
F. P. van de Noort, J. H. M. Quadekker, H. van Toledo, J. Verschuren,
drs. P. Vis, drs. N. H. Zijtregtop.
22. Aanschaffing kantoormachines.
De heer ZIJTREGTOP zegt dat dit voorstel en vroegere soortgelijke
voorstellen bij hem de vraag hebben doen rijzen of het geen aanbeveling
verdient de administratie van de bedrijven in haar geheel opnieuw aan te
pakken en over te gaan tot een centrale administratie.
Spreker vraagt of het college van burgemeester en wethouders bereid is
dit onderwerp in studie te nemen.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij bij het vorige voorstel al tot uit
drukking heeft gebracht, dat burgemeester en wethouders op een effi
ciënte werkwijze attent zijn.
De aanschaf van de onderhavige machines is door de efficiëncy-
adviseur bekeken. Deze man adviseert voor diverse bedrijven in den
lande en is dus volkomen op de hoogte. Het voorstel van de heer
Zijtregtop zou veel studie van de ambtenaren vergen en daarvoor is
geen tijd. Er bestaat een geregeld contact tussen de secretarie en het
bedrijf, zodat spreker volkomen op de hoogte is. De administratie van de
nutsbedrijven is heel goed.
De heer ZIJTREGTOP merkt op, dat de administratie van de nuts
bedrijven heel goed kan zijn. Er komen echter geregeld nieuwe methoden
en machines aan de markt. Het moet toch mogelijk zijn de administratie
veel meer te concentreren.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat burgemeester en wethouders daarom
de efficiëncy-adviseur hebben ingeschakeld. Deze is, zoals uit het onder
havige voorstel blijkt, op dit terrein werkzaam. De dienst en de deskundige
blijven op de hoogte van hetgeen er op de markt verschijnt. Burgemeester
en wethouders vinden het juist op deze wijze ook in de toekomst door
te gaan.
De heer ZIJTREGTOP zegt, dat hetgeen hij bedoelt onmogelijk door
de efficiëncy-adviseur kan worden bekeken. Dit is een studie-object voor
een bepaald bureau, zoals er maar enkele in den lande zijn. Zo'n bureau
moet tezamen met de ambtenaren van de dienst en een leverancier van
eventuele machines dit object bestuderen.
Wethouder MEIJS verwondert zich erover, dat de heer Zijtregtop
zijn licht op zou willen steken bij de leverancier. Ieder leverancier is er
van overtuigd dat hij de beste machines levert.
Als men het object bestudeert moet men advies inwinnen van onpar
tijdige deskundigen.
De VOORZITTER zegt, dat men toch moet veronderstellen, dat de
directeur van de nutsbedrijven tezamen met de efficiëncy-adviseur de
onderhavige kwestie goed heeft bezien en steeds uit is op een zo efficiënt
mogelijke werkwijze.