12 OKTOBER 1960 349 kredietaanvrage van een groot krediet zo ruim te prikken, dat geen aavullende kredieten nodig zijn. Indien men bij de kredietaanvrage aan de raad ruim prikt kan dit aanleiding zijn dat het inschrijvingsbedrag naar boven gaat. Noch spreker persoonlijk, noch burgemeester en wethouders zijn enthousiast over aanvullende kredieten, doch bij grote werken is het niet te vermijden. De eerste krediet-aanvrage voor de bouw van een politiebureau was aan de krappe kant. Voor de door de heer Zijtregtop uitgesproken waarschuwing is spreker dankbaar. Hij is het volkomen met hem eens. Men moet niet veronderstellen dat burgemeester en wethouders de kant van reeksen aanvullende kredieten uitgaan. Het aanvullend krediet is het gevolg van een verkeerde calculatie, waarvan enerzijds de tijdsomstandigheden de oorzaak zijn, ander zijds heipalen van 11 meter nodig bleken, ofschoon sonderingen heipalen van 6 meter als voldoende hadden aangeduid. Dit zijn gevallen die niet te voorzien zijn. Spreker merkt op dat nog niet tot uitvoering van de werken, waarvoor te weinig krediet was aangevraagd, is overgegaan, be halve de fundering. Indien de raad geen krediet verleent, dan zal tot bezuiniging moeten worden overgegaan. De le wijziging van het aanvankelijke krediet betrof de afbouw van de bouw en de betonwerken en de thans voorliggende wijziging wordt veroorzaakt door de aanbesteding van de technische instal laties. Het eerder in de raad brengen was derhalve niet mogelijk. De verzwaring van de luchtbehandelingseisen waarvan in het voorstel sprake is betreft vermoedelijk de ventilatie van het gebouw. Spreker weet het echter niet precies. Hij zal het de heer Quadek- ker nog mededelen. Het honorarium van de architect wordt inderdaad hoger als de aannemingssom hoger wordt. De heer MELZER zegt geen antwoord gehad te hebben op zijn opmerking betreffende de heipalen. Spreker vraagt wie ontdekt heeft dat er langere heipalen moeten worden gebruikt. Als er niet zorgvuldig genoeg is gewerkt dan is het de vraag of de deskundige er niet aansprakelijk voor is. Wethouder VERMEULEN antwoordt dat wat de fundering be treft men nooit voor 100 zekerheid heeft bij sonderingen. De zekerheid krijgt men pas bij het heien. Hier is geen sprake van tekort schieten van deskundigen. Het zijn de risico's indien men moet heien. De heer MELZER vraagt zich af wat nu nog de waarde is van een onderhandse aanbesteding op uitnodiging zoals nu is gebeurd. Wethouder VERMEULEN zegt dat bij de aanbesteding het risico van het heien voor de aannemer is uitgesloten. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 29. Benoeming leraar handtekenen aan g.t.s.. 30. Herbenoeming diverse leraren aan g.t.s., school voor scheeps- werktuigkundigen en de o.b.a.o.-cursus. Overeenkomstig de voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 349