356 2 NOVEMBER 1960 rapport zoveel mogelijk in acht wil nemen, volgen hieronder enkele opmerkingen betreffende het financieel beleid. Financiën. De grote beleidslijn, gevolgd bij de opstelling van deze begroting, is naar ik meen de volgende: Zonder bepaalde voorzieningen zoals andere wijze van raming van de kapitaalslasten, verhoging van de bedrijfswinsten, hogere op brengst uitkering gemeentefonds en de stijging belastingopbreng sten, zou er een nadelig saldo zijn van ruim 5% miljoen. In afwijking van de in vorige jaren gevolgde politiek, waarbij naar redelijkheid de kosten van noodzakelijke en wenselijke voor zieningen werden geraamd, terwijl de inkomsten aan de voorzich tige kant werden geschat, zonder zich daarbij te bekommeren over de hoogte van het geraamde tekort, hebben burgemeester en wet houders dit laatste bij deze begroting wel gedaan. In feite komt het erop neer, dat men zich bij de raming heeft ingesteld op een tekort dat niet hoger mag zijn dan dat van het geraamde tekort van 1960. Duidelijk is dat te zien uit de volgende opzet. Geraamd tekort 1961 5.599.000, Geraamd tekort 1960 na le begrotingswijziging 3.966.000, Meer tekort 1.633.000, 657.000,— 114.000,— 335.000,— 253.000,— 1.359.000,— Blijft dus meer tekort 274.000, Hierbij zij opgemerkt, dat de normale stijging van personeels kosten, onderwijskosten, sociale zorg (Armenzorg), volkshuisves ting, uitgaven voor bijzondere wetten, verhoging van subsidielasten, stijging van onderhoudskosten en het saldo van diverse verhogingen en verlagingen totaal bedragen 1.653.110,reeds in het hoger geraamde tekort waren begrepen, zodat in feite deze verhoogde lasten, op 274.000 gulden na, door de getroffen maatregelen, resulterend in meer armslag van 1.359.000,zijn verrekend. Als dan nog rekening gehouden wordt met de post ad 250.000, welke door het Rijk zal worden vergoed voor de hogere salaris lasten in verband met de algemene salarisverhogingen, mag worden aangenomen dat het overblijvende tekort geheel wordt besteed aan de handhaving van het voorzieningspeil, zoals zowel de raad als Uw college zich dat hebben voorgesteld. Uiteraard moeten de steeds groeiende kapitaalslasten nog uit de begroting worden bekostigd, terwijl bij het zoeken naar middelen om het tekort te verminderen met deze stijging geen rekening is gehouden. Dit laatste heb ik tenminste niet kunnen ontdekken, doch de mogelijkheid bestaat dat deze hogere afschrijvingen en renten zijn begrepen in het bedrag ad 311.508,het saldo van diverse ver hogingen en verlagingen. Mocht dit zo zijn dan word ik daarover graag nader door U ingelicht en zou dit een reden te meer zijn om Af: minder kapitaalslasten meer belastingopbrengst meer Rijksbijdrage meer winst bedrijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 356