13 JANUARI 1960 35 25. Ontslag H. L, Trossèl. 26. Ontslag H. C. Sips en benoeming J. B. M. Depmann en H. C. Sips. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 27. Benoeming leraar technische school. De heer RATTINK zegt, dat aan de sollicitanten een vragenlijst is toegezonden. Daarop prijkte als vraag 9: Politieke gezindheid vóór en na de oorlog? Spreker heeft een bloemlezing uit de antwoorden. De slimmelingen hebben deze vraag niet beantwoord of gezegd dat zij geen politieke overtuiging hadden. Een ander antwoordde: oranje-gezind. Weer anderen: koningsgezind, koningsgezind voor beide; niet op politiek terrein, trouw aan de regering, pro-Nederlander. Spreker vraagt zich af, welke zin zulk een vraag eigenlijk heeft. Velen zien haar als belachelijk. Men heeft niets aan zulke vragen. Beter is deze in den vervolge achterwege te laten. Wethouder BASTIAANSEN zegt, dat de raad er bij de stemming rekening mee moet houden, dat kandidaat no. 3, de heer J. H. Harmsen, zich heeft teruggetrokken. De vragenlijsten, waarover de heer Rattink heeft gesproken, zijn gedrukte formulieren. De vraag no. 9 is een gevolg van de toestand op een bepaald moment in onze geschiedenis. Spreker vindt het het beste als de vraag verdwijnt wanneer de formu lieren op zijn. De VOORZITTER zegt, dat de vraag een gevolg is van een ambtelijke werkwijze. Zij heeft geen zin omdat men toch geen behoorlijk antwoord krijgt. Als de formulieren op zijn verdwijnt de vraag meteen. De heer RATTINK vraagt of het niet mogelijk is de vraag op de formulieren nu maar ineens door te halen. Wethouder BASTIAANSEN kan hieromtrent geen toezegging doen. Het is mogelijk, dat de wet het stellen van deze vraag voorschrijft. De heer RATTINK zegt, dat de wethouder de deur dus openhoudt. Als de wet het stellen van de vraag niet voorschrijft dan zal zij worden geschrapt. Uit de stemming blijkt dat zijn uitgebracht: 26 stemmen op H. M. J. Startman; 1 stem op de heer J. H. Harmsen. De heer H. J. de Groot verkreeg geen stem, terwijl 1 stem ongeldig was. De heer Startman is derhalve benoemd. 28. Regeninstallatie Lovensdijkstraat. Overeenkomstig dit voorstel wordt be sloten. Wethouder MEIJS zegt, dat hij in een vorige vergadering te kennen heeft gegeven, dat openbare werken te vroeg zijn begonnen met het rooien van de bomen in de van Goorstraat. Dit is geschied door de dienst voor beplantingen. Er is hier echter door de dienst niet onjuist gehandeld. Burgemeester en wethouders hadden krachtens delegatie van de raad de bomen verkocht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 35