2 NOVEMBER 1960
375
paald komt mij wenselijk voor; hierdoor zou ook weer een stuk
zelfstandigheid worden hersteld.
Wat onze eigen plannen voor de toekomst betreft zou ik U in het
bijzonder t.a.v. schouwburgbouw tot voorzichtigheid willen manen.
Vorig jaar stelde ik dat het nuttig ware, om in samenwerking met
de vereniging Concordia te komen tot reconstructie van het be
staande gebouw. Van de zijde van Uw college vond dit standpunt
toen geen bijval. Het verheugt mij daarom dat er thans bij Uw col
lege ook belangstelling is voor de plannen van de vereniging Con
cordia, een vereniging die sedert jaren en jaren het culturele leven
in Breda heeft gedragen.
Een andere belangrijke investering is het zwembad Wolfslaar.
Om voor dit project tot een redelijke exploitatie te komen zou ik U
willen verzoeken de mogelijkheden na te gaan om dit bad gedeel
telijk te overdekken, zodat het gehele jaar gezwommen kan worden.
Zomers met slecht weer, die helaas in ons klimaat geen uitzondering
zijn, en een overbelast sportfondsenbad dat sedert haar oprichting
aan een verdubbelde bevolking accomodatie moet bieden zijn de
overwegingen die mij tot het stellen van deze vraag hebben
gebracht.
Afdeling voor financiën.
Wat is de oorzaak dat wij in de Bredase raad in tegenstelling
met vele andere grote gemeenten geen afdeling voor de financiën
kennen? Schieten wij op deze wijze als raad niet te kort in onze
taak van toezicht op het financieel beleid? De vraag of uitgaven
mogelijk en dekkingsmiddelen aanwezig zijn laten we meen ik te
veel ter beantwoording over aan het college van Gedeputeerde
Staten.
Dank zij het initiatief van de heer Vermeulen kennen wij sedert
vorig jaar een vaste afdeling voor de controle van de gemeente
rekening. Zeer zeker is dit een stap vooruit geweest.
Op weg naar de nieuwe financiële verhouding lijkt het mij echter
toch beslist gewenst dat de raad nauwer wordt betrokken bij het
financieel beleid en dat voorstellen waaraan belangrijke financiële
consequenties zijn verbonden, voorafgaande aan de raadsvergade
ring aan een in te stellen afdeling voor financiën worden voor
gelegd.
Subsidies.
Reeds eerder werd door mijn fractie gesteld dat subsidies aan
bepaalde instellingen, gebaseerd op een bedrag per inwoner, ons
minder wenselijk voorkomen. In de praktijk leidt dit er toe dat
deze instellingen van te voren weten „aan de hand van het in
wonertal" op welke bedragen zij kunnen rekenen en in hun exploi
tatie-opzet hiermede rekening houden.
Het gevolg hiervan is dat vaak een te luxueuze staat wordt
gevoerd die niet in overeenstemming is met de moeilijke financiële
situatie der gemeente. Wanneer ik naga wat er zo per jaar aan
dure drukwerken in mijn brievenbus komt dan kijk ik vaak peinzend
naar mijn sobere papiermand.
Het totaal der subsidies drukt zwaar op onze begroting en wij
hebben stellig het recht te verlangen dat onze gelden doelmatig
worden besteed. Ik meen dat het tijd wordt dat ons subsidiestelsel
in alle sectoren wordt herzien; een accentverschuiving van passieve
naar actieve recreatie zou mij hierbij welkom zijn, mede in verband
met het probleem van de vrijetijdsbesteding.
Hoewel ik met Uw College van mening verschil omtrent enkele