380 2 NOVEMBER 1960 oktobervergadering krijgt hij antwoord met een voorstel zelfs tot vernieuwing van de gehele riolering in het gebied waar men over last heeft en dan maar liefst tot een bedrag van 600.000,Nu weet ik wel, dat dit antwoord zó gegeven kon worden, omdat alles zover voorbereid was, dat het voorstel in de gemeenteraad kon worden gebracht. En nu mijn simpele vraag, in diezelfde september- vergadering, n.l. om in de Oosterstraat wat brandnetels en puin op te ruimen. Tot heden is dit niet geschied, terwijl het aan één werk man nog geen dag werk kost. Nu moet U niet denken, dat ik maar steeds dadelijk antwoord op gestelde vragen wil hebben, maar maanden moeten wachten op uitvoering van simpele dingen is ook niet aantrekkelijk. En toch worden al die vragen gesteld ten gerieve van het verkeer in Breda of het netter aanzien van bepaalde gedeel ten der stad. Vergeet niet, dat die vragen ook wel eens geïnspireerd worden door mededelingen of klachten van anderen. Wat moeten deze dan wel denken van een dergelijke afdoening van zaken. Een vluggere behandeling zal dan ook op prijs worden gesteld. Ten aanzien van de duur der raadsvergaderingen zou ik willen voorstellen deze niet langer te houden dan des middags van 15.00 18.00 uur en des avonds van 20.0023.00 uur. Destijds is eenzelfde voorstel door het toenmalige raadslid de heer Veldkamp gedaan en door het college van burgemeester en wethouders aanvaard. Enige tijd is aan de begrenzing van de vergaderingen de hand gehouden, doch langzamerhand is dit weer verwaterd en maken we vergade ringen mee, soms tot 19.30 uur als het een middagvergadering is en des avonds tot ver na middernacht. Nu weet ik wel, dat U zult zeggen, dat de noodzaak U dwingt tot het houden van lange vergaderingen. Ik weet dit zelf ook wel, maar ben toch van mening, dat, als de raadsagenda zó wordt samen gesteld, dat op ieder van deze één, twee of meer belangrijke voor stellen komen, de afwerking ook regelmatiger zal zijn. Als echter maar niet de ene keer veel belangrijke punten worden opgenomen en een andere maal slechts onbelangrijke stukken moeten worden behandeld, zodat de vergadering na 1% uur afgelopen is. Vergade ringen welke langer dan 3 uren duren, hebben niet meer de belang stelling die ze verdienen en naar de dan nog aan het woord zijnde sprekers wordt niet meer met voldoende aandacht geluisterd. Ik hoop, dat U een weg zult kunnen vinden om terug te keren tot vergaderingen van maximaal 3 uur. Thans nog enige kortere opmerkingen. In het centraal rapport is een vraag gesteld op blz. 20 (zij is niet van mij) over het oversteken der straat door schoolkinderen. Hierop antwoordt U o.a., dat aan besturen van l.o.-scholen is gevraagd om door leerkrachten dier scholen toezicht te laten uitoefenen bij het oversteken van wegen gelegen bij het schoolgebouw door de school kinderen. Die vraag zou geen effect hebben gesorteerd. Hieruit moet ik dus afleiden, dat óf de schoolbesturen geen medewerking verlenen aan Uw verzoek, óf het onderwijzend personeel deze taak niet op zich wil nemen. Het is U bekend, dat ik betrokken ben bij een schoolbestuur, dat enkele scholen beheert. Aan de hoofden der scholen is opgedragen de gevraagde medewerking te verlenen en voor zover ik heb kun nen constateren, geschiedt dit ook. Nu vind ik het wel vreemd, dat vele schoolbesturen of hoofden van scholen een dergelijk verzoek naast zich neerleggen. Ik ben van mening dat dit verzoek dan toch maar eens moet worden herhaald en dan dringender dan de eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 380