2 NOVEMBER 1960 381 maal. Het was misschien wel gewenst om in deze aangelegenheid de medewerking van de inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Breda in te roepen. Omtrent het eventueel in gebruik geven van gymnastiekzalen, zou ik U in overweging willen geven, dit te doen geschieden door de ambtenaar voor de lichamelijke opvoeding en de sport en dit niet meer te doen geschieden door de schoolbesturen of waar het in de praktijk op neer komt door het hoofd der school die in het gelukkige bezit is van een gymnastiekzaal. De verdeling is dan altijd wel zó, dat eerst in eigen behoefte wordt voorzien op dagen en uren, zoals dat deze hoofden het beste uitkomt en dat de reste rende uren ter beschikking komen van andere scholen, die dan hier van niet altijd gebruik kunnen maken, door het niet beschikken over een sportleerkracht. Aangezien ik van mening ben, dat de nota omtrent het huisves- tings- en woningbeleid besproken zal worden bij de behandeling van het hoofdstuk betreffende de volkshuisvesting heb ik er in deze algemene beschouwingen geen aandacht aan geschonken. Tenslotte nog dit: Ik dank Uw college voor de wijze waarop het zijn werk heeft gedaan en wat het heeft tot stand gebracht wat redelijk mogelijk was met de beperkte middelen, die het ten dienste stonden. Deze dank en waardering geldt ook alle ambtenaren der ge meente, die er het hunne toe bijdragen om de belangen van de gemeente Breda te dienen. De leden van de andere fracties zeg ik dank voor de prettige omgang in de tijd, die achter ons ligt. Laten wij tezamen onze krachten inspannen om nog veel nuttig werk voor de stad Breda te kunnen doen. Hiertoe helpe ons de Almachtige God. Dank U. De heer QUADEKKER zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Er zijn geleerden die precies berekend hebben hoe lang iemand werkelijk kan luisteren. Hieronder verstaan zij niet alleen met enige belangstelling (al of niet geveinsd), doch ook met aandacht voor het gesprokene. Onlangs hebben wij dit kunnen horen èn ondervin den bij de officiële opening van het nieuwe gebouw van het Stedelijk Gymnasium. (Ik had het voorrecht „namens het Gemeentebestuur" te worden uitgenodigd). Wanneer van U, Uw college èn de gehele raad vanavond reeds ruim 2 uren luistercapaciteit is verlangd, kan ik mij voorstellen, dat U mijn algemene beschouwingen gaarne hoort aanvangen, (alleen omdat ik de laatste ben) en zeker zo gaarne hoort beëindigen. Ik zal trachten niet te lang en met enig tempo te spreken, al zal enige herhaling, op sommige punten, met mijn voorgangers niet te ver mijden zijn. Als ik het afgelopen jaar, als m een cineac, met flitsen aan mij laat voorbij gaan, valt, voor wat de gebeurtenissen betreft, aller eerst het oog op het heengaan van oud-wethouder Jongbloed, welke maar zo kort heeft kunnen profiteren van de door hem zo begeerde en door allen hem zo graag gegunde rust na gedane en wèlgedane arbeid. Wij buigen nederig het hoofd voor Hem, die allen de rust kan geven en zal geven wanneer het Hem goeddunkt, en blijven met sympathie denken aan de man die zijn ambt met zoveel liefde bekleedde. De laatste maand van het jaar 1959 bracht ons, en wederom uit Limburg, U, mijnheer de voorzitter, als onze nieuwe eerste burger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 381