384 2 NOVEMBER 1960 en het Zuidelijk Toneelgezelschap Ensemble) nogal afsteken bij die voor andere verenigingen in de sociaal-culturele sector en dat dit hier en daar een opmerking uitlokt, is begrijpelijk, al moet onze fractie Uw argument van onvergelijkbaarheid, zowel financieel als in doelstelling en betekenis volledig onderschrijven. De jeugd en de jeugdproblemen vragen steeds de aandacht van alle overheden. Wanneer er maar voldoende bezigheid gevonden kan worden, dan worden de problemen vanzelf minder. Hierbij denkt onze fractie uiteraard aan de sport als een der eerste en gezondste uitingen van vrijetijdsbesteding. Nogmaals, met klem, mijnheer de voorzitter, vraagt onze fractie om de grootste spoed te betrachten met de bouw van „de" sporthal èn... als deze er is, dat dan de huur ook betaalbaar zij! (In Hilversum loopt dit niet zo best; gezien de dure exploitatie-opzet kan de jeugd er geen gebruik van maken). Ook de huren van sportvelden vragen de aandacht. Hier en daar wordt een verhoging gesuggereerd (niet van de zijde van Uw col lege). Laat deze huren laag, mijnheer de voorzitter, zo laag als het kan. De jeugd vaart er wel bij, en door haar gerichte en goed ge richte belangstelling, de stad! Half verharde sportvelden hebben niet de onverdeelde instemming van mijn fractie; ik kom daar later nog op terug. De bouw van een nieuwe schouwburg, waarvan de prioriteit door de een bóven en door de ander ónder die van de bouw van een nieuw stadhuis (waarin blijspelen en drama's elkaar dagelijks afwisselen) wordt gesteld, heeft bij onze fractie deze positieve vraag opgewor pen, mijnheer de voorzitter: Nu Concordia wil gaan verbouwen, is de bouw van een nieuwe schouwburg van allure dan nog urgent? Kan de gemeente niet participeren in deze verbouwing, om zodoende tot iets van formaat te komen, passend in een stad van formaat, wat Breda toch is? Tot onze spijt, mijnheer de voorzitter, bagatelliseert Uw college het aantal voorstellen betreffende de stimulering van de burgerzin. Thans zal ik hier niet verder op ingaan, doch bij de behandeling van het desbetreffende hoofdstuk zal onze fractie met een voorstel komen. Elektriciteitsvoorziening. Het diverse pagina's tellende betoog over de oorzaak van de storingen in de elektriciteitsvoorziening, doet vermoeden dat de ergste strubbelingen overwonnen zijn. Ik moest even wachten met schrijven, mijnheer de voorzitter, want terwijl ik de vorige zin op papier zette, viel net het licht weer uit! Ik ben benieuwd of het nu een voedingskabel, een aftakmof of de strop van een verbindings mof was, maar een feit is, dat zoiets altijd een strop blijft, waar wij zo snel mogelijk èn voorgoed van af moeten zien te komen. Aan de activiteit van de gemeente-lichtbedrijven zal het, naar onze over tuiging niet mankeren. Wat het verkeer betreft, zal ik mij in deze algemene beschouwing maar onthouden van een diepgaand betoog. Hierover zou, ook in algemene zin zo enorm veel te vragen en te zeggen zijn, o.a. over surveillance bij een Lyceum die er zóu moeten zijn, doch er niet is, over een Liesboslaan waar ongelimiteerde snelheden zijn toegestaan, welke hierdoor aan de top staat van melding van ernstige en dode lijke ongevallen, over het helaas steeds stijgende aantal doden door het verkeer, doch ik neem aan, dat bij het desbetreffende hoofdstuk hiervoor ruimschoots de gelegenheid zal bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 384