2 NOVEMBER 1960 385 Orde der vergaderingen en de verhoudingen in de raad. Vergadertechniek. U kunt niet spreken van overvoerde agenda's. Wij wel, mijnheer de voorzitter. Van 3 tot 7 of van 8 tot half een is lang, te lang. Agenda's met meer dan 53 punten, die bestudeerd moeten worden, vormen een dagtaak, die 's avonds uitgevoerd moet worden. Zo'n overvoerde agenda bijvoorbeeld, biedt kans om als punt 31 een krediet erdoor te laten glippen, zonder hoofdelijke stemming en zonder commentaar, om douches aan te laten brengen in het kleedgebouw van een sportcomplex. Dit leek zo normaal maar dat was het niet! Wij hadden behoren te informeren en had den dan vernomen dat iets wat namelijk nauwelijks één jaar bestond en oerdegelijk was gebouwd moest worden afgebroken. Dagenlang zijn er, met elektrische boren, voetenwasbakken gesloopt om er douches voor in de plaats te zetten, 6.500,was het krediet. Naar het juiste bedrag van de rekening is onze fractie nog steeds benieuwd. Behandeling der punten afzonderlijk. Was het voorgaande een voorbeeld van verkeerd stilzwijgen door de raad, óók door ónze fractie, vaak worden agendapunten zo uit puttend behandeld door praktisch alle raadsleden, dat dit niet alleen veel tijd kost, doch veel onnodige tijd. Wanneer van één fractie meerdere leden het woord vragen om hetzelfde te zeggen, soms met andere woorden, dan hapert er iets. Zoals U weet ben ik ervóór dat iedereen kan zeggen wat zij of hij denkt, maar ik houd niet van het steeds in herhaling treden. En als er dan nog wordt bijgezegd: „mag ik even, mijnheer de voorzitter", dan worden wij benieuwd hoe lang het geduurd zou hebben, wanneer dat „even" er niet was bijgezegd. Uw streven om informele vergaderingen te beleggen en Uw laat ste initiatief, het werkbezoek aan Limburg (waarbij het nuttige met het aangename werd verenigd), ontmoet bij onze fractie alle waardering. Onze fractie laat het gaarne aan het beleid van Uw college over om te bezien of een verhoging van het contact met het seniorenconvent niet nuttig zou zijn. Een eerder door mij gemaakte opmerking zou ik hier nog wel willen maken (niet voor het publiek, mijnheer de voorzitter, zoals de heer Van Bijnen vermoedt, doch voor Uw college) en dat is deze: Wij betreuren het dat zowel het afscheid van de vroegere commis saris van politie als het kennismaken met de nieuwe functionaris voor de leden van de raad niet is geschied op een door Uw college vastgestelde plaats en vastgesteld uur. Wij menen, dat zowel deze hoogste politiefunctionaris als de raad hier prijs op hadden gesteld. De verhouding tussen Uw college en de fractie en omgekeerd zou ik willen betitelen als openhartig en eerlijk, dus goed. Onze fractie stelt er prijs op, al is zij het bepaaldelijk met be paalde politieke inzichten van de loco-burgemeester niet eens, hier de bewondering uit te spreken over de wijze waarop, gedurende het burgemeesterloze tijdvak, de loco-burgemeester U heeft vervangen, mijnheer de voorzitter, zowel in als buiten de vergaderingen. Het eerste volle jaar van de wethouder van onderwijs en de wet houder van sociale zaken doet ons met vol vertrouwen het nieuwe begrotingsjaar ingaan, hetgeen eveneens geldt voor de wethouder van openbare werken. Natuurlijk zijn er wat verlangens ('n bezoek aan de muziekschool om de juiste „toon" te zoeken bijv.), maar het ziet er naar uit dat ook hieraan tegemoet wordt gekomen. Over de verhoudingen in de raad kan ik tot mijn genoegen zeg-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 385