386 2 NOVEMBER 1960 gen, dat persoonlijke aanvallen niet voorkomen en het respect voor eenieders opvatting hoogtij viert. Op deze wijze ontstaat onderlinge waardering. De blijvende regelmatige belangstelling voor het wel en wee van Uw college en de raad, van onze vroegere leden, Toxo- peüs en Stubenrouch spreken ook hierin een duidelijke taal. Het achter ons liggende jaar heeft geen werkelijk principiële uit spraken gevraagd, behoudens de aanstellingsmogelijkheid van de gehuwde vrouw. Uw college vond dit niet principieel, onze vorige burgemeester vond dit zeer principieel, en... de blijdschap van de fractie van de P.v.d.A. over het feit dat de K.V.P. na amper drie jaar meeging, was hierin ook erg duidelijk. Mijn fractie kon hierin niet meegaan, mijnheer de voorzitter, wat van de zijde van de V.V.D. de opmerking „weinig progressief" uitlokte, maar al denkt men soms dat onze fractie geen politiek bedrijft (ik denk even aan Valkenburg), onze politiek is beslist wèl progressief, maar... wij vinden principieel nog belangrijker. Tot slot dank ik, als laatste, Uw college, de zilveren secretaris en alle ambtenaren voor de toewijding en alle zorgen besteed aan onze zo snel groeiende gemeente, en om met enkele moeilijke woor den uit de stukken te eindigen: Onze fractie wenst U, mijnheer de voorzitter, de loco-burgemeester en de secretaris enige rust na deze begrotingsbehandeling op hun, naar ik gaarne aanneem, goed gebrocheerde, occasionele reis naar Israël. Om 22.45 uur sluit de^VOORZITTER de vergadering met het ge bruikelijke gebed. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 386