3 NOVEMBER 1960
Tegenwoordig: mevr. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, mevr.
M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, en de heren A. C. BAS-
TIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, H. BIEMANS, W. C. A.
M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN, G. CAM-
PHENS, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN, mr B. W. M. DRION,
C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GIS
BERGEN, J. J. J. HILTE, K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRAMER,
J. J. KAMPHUYS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, J. M. LOUS,
F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD
F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT.
J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, H. F. W. STOKKER-
MANS, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN,
drs. P. VIS, F. VAN WERKHOOVEN, drs. N. H. ZIJTREGTOP,
W. v. d. ZWAN.
Voorzitter: de heer mr. dr. R. M. A. A. GEULJANS.
Secretaris: de heer mr. J. J. G. M. Walenkamp.
De VOORZITTER opent de de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Hierna wordt de behandeling van de gemeentebegroting voor het jaar
1961 voortgezet.
De VOORZITTER zegt, dat in de algemene beschouwingen alle
fractievoorzitters waarderende woorden hebben gezegd over de goede
zakelijke en persoonlijke verhoudingen in de raad en over de verhouding
tussen de raad en het college van burgemeester en wethouders. Spreker
dankt de raad namens het college voor het vertrouwen, dat hieruit is
gebleken.
Hij onderschrijft de waarderende woorden, gewijd aan de nagedachtenis
van wethouder Jongbloed, die zo spoedig na zijn ontslag als wethouder
is heengegaan. Veel heeft hij gedaan voor de stad Breda en op uitmuntende
wijze heeft hij het werk verricht, dat hem zo dierbaar was.
Spreker is het met de heer Vis eens, dat de informele raadsvergaderingen
van grote waarde zijn, omdat in zulke vergaderingen de raad rechtstreeks
contact kan opnemen met deskundigen over détailkwesties. Deze informele
raadsvergaderingen behoeven de openbaarheid niet in de weg te staan.
Ieder blijft immers vrij om op eigen wijze zijn eigen visie in de openbare
raad naar voren te brengen. Als spreker de heer Quadekker goed begrepen
heeft, dan wil hij het seniorenconvent ombouwen tot een afdeling uit
de raad.
