3 NOVEMBER 1960 395 staven, zal uitmonden in een subjectieve individuele beoordeling van de gemeenten. Daarnaast bestaat uiteraard de mogelijkheid voor iedere gemeente om een beroep te doen op een aanvullende bijdrage (artikel 12 van het wets ontwerp) hetgeen vermoedelijk met zich zal brengen een sterke inmenging van het rijk in gemeentelijke zaken; het zo juist gekenmerkte „vagevuur". Vervolgens wenst spreker nog even aandacht te schenken aan de netelige kwestie welke de heer Minderhoud heeft aangesneden, nl. het terreintje met brandnetels aan de Oosterstraat. Dit terrein kan niet worden bebouwd omdat het vóór de rooilijn ligt. Het is indertijd door de gemeente ver kocht aan Saval. Reeds eenmaal is het door het vervoerbedrijf schoon gemaakt, doch daarmede kan dit bedrijf niet aan de gang blijven. Er zijn talloze van deze punten in de stad waar steeds weer vuil wordt gestort. Het vervoerbedrijf zit met gebrek aan personeel. Door middel van advertenties is getracht 10 a 20 man aan te trekken. Er kwam één aanbieding voor een chauffeursplaats. Het verschil in prijs voor een vuilnisemmer, waarover de heer Quadekker sprak, is wel te verklaren. De prijs voor zaken is 18,—, die voor gezinnen f 6, Spreker wenst er op te wijzen, zulks t.a.v. de opmerking van de heer Quadekker, dat de elektrische leiding gisteren weer werd gestoord, dat de gemeente met een erfenis zit van de wingewesten. De leidingen in de voormalige gemeente Ginneken zijn zeer oud en van slechte kwaliteit. De wijze van aanleg kan de toets der kritiek niet doorstaan. Het is noodzakelijk al deze leidingen te vernieuwen om het euvel van storingen te verhelpen. Door de zware regenval van de laatste tijd is de grond drassig geworden en zijn enkele leidingen gezakt, waardoor de moffen geweld wordt aangedaan, hetgeen kortsluiting doet ontstaan, zoals gisteren juist toen de heer Quadekker aan een belangrijke passage in zijn algemene beschouwingen bezig was. Spreker meent hiermede de diverse sprekers voldoende te hebben beantwoord. Wethouder BASTIAANSEN zegt, dat elke zaak zijn kerngebied en zijn periferie heeft. Hij wenst met de periferie te beginnen, en wel met het contact met het publiek. De heer Van Bijnen heeft nogmaals gevraagd of het niet mogelijk is de raadsvergaderingen via de radiodistributie uit te zenden. Er is hierover contact opgenomen met de PTT. Het antwoord was dermate teleurstellend, dat burgemeester en wethouders geen tweede verzoek zullen doen. De afwijzing van het verzoek geschiedde om twee redenen: 1de uitzending paste niet in het programma; 2) de cliëntèle stelt geen prijs op deze uitzending. Spreker gelooft, dat het niet juist is, het publiek te dwingen naar iets te luisteren. Als het publiek behoefte gevoelt naar iets te luisteren, dan kan het daarvoor terecht op de publieke tribune. Onder de leerlingen der middelbare scholen bestaat, zoals spreker uit eigen ervaring weet, eensdeels heel weinig, anderdeels veel belangstelling, ook de jeugd zou spreker niet tot luisteren wensen te dwingen. De heer Van Bijnen heeft zeer terecht gesteld, dat Breda niet alleen aan industrialisatie moet denken, maar ook aan de noodzaak dat het onderwijs hiermede gelijke tred houdt. In Breda zijn reeds diverse streek scholen, een h.t.s., een u.t.s., een l.t.s. en een school voor b.n.o. Spreker wil echter waarschuwen voor het aantrekken van nog meer streekscholen en wel omwille van de financiële consequenties. In het nieuwe ontwerp-wet voor de financiële verhoudingen is de mogelijkheid van een doeluitkering in onderwijsdoeleinden opgenomen. Zolang hierover echter geen enkele zekerheid is moet men voorzichtig zijn met streekonderwijs. Spreker zal met de nodige interesse de ontwikkeling volgen. De opmerking van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 395