398
3 NOVEMBER 1960
het Brabants Orkest en het Zuidelijk Toneel zijn op het aantal inwoners
gebaseerd en wel krachtens raadsbesluit. Dit is niet zo maar een grapje
van burgemeester en wethouders. Het is inderdaad waar, dat met deze
subsidies niet onbeperkt kan worden doorgegaan. Het is goed, dat de
grote gemeenten te dezer zake overleg plegen over de vraag waar de
grens ligt.
In het culturele vlak vervult Breda zeker de functie van centrum
gemeente. De bevordering van de cultuur is een van de wijzen, waarop
de industrialisatie van Breda mede kan worden vergemakkelijkt. Het
ongelukkige is, dat er in de culturele sector altijd zoveel geld bij moet.
Het is zaak in deze niet te benepen te kijken.
Wethouder VAN BOXTEL wil trachten de sprekers in a nutshell te
beantwoorden. De opmerkingen betroffen vooral de nota huisvestings
beleid en de bejaardennota.
Spreker dankt voor de waarderende woorden die t.a.v. de nota huis
vestingsbeleid zijn gesproken. Hij is daarvoor erkentelijk, doch zal nog
niet op details ingaan. Dit zal geschieden bij de behandeling van hoofd
stuk V der begroting. Spreker verwacht een prettige en zakelijke discussie
over dit moeilijke onderwerp.
Verschillende sprekers hebben gezegd, dat zij de bejaardennota graag
eerder hadden zien verschijnen. Dit was spreker ook veel liever geweest.
Het is echter niet gelukt deze nota tijdig gereed te doen komen. De
toezegging is indertijd ook wel wat vlot gedaan. Spreker was nog te
onervaren. Ware hij dat niet geweest, dan zou hij zeker niet zo'n korte ter
mijn genoemd hebben. In de afgelopen maanden heeft spreker met de staf-
ambtenaren het bejaardenvraagstuk onder de loep genomen. Hij hoopt
de nota in november aan de raad voor te leggen, indien althans het
college van burgemeester en wethouders het hiermede eens is. Het is
begrijpelijk, dat bij de bestudering van het vraagstuk, zelfs al is dit nog
maar een terreinverkenning, een inventarisatie van hetgeen er in Breda op
dit stuk leeft, allerlei problemen oproept. In de nota zullen enige samen
vattende conclusies worden opgenomen aan de hand waarvan een verdere
samenspreking tussen overheid en particulier op gang kan komen, en een
geleidelijke aanpak van details kan plaats vinden. Het is spreker hier een
behoefte dank te betuigen aan de stafambtenaren ter secretarie zowel voor
de geest waarin wordt samengewerkt als voor het tempo, dat wordt
opgebracht. Hetgeen de heer Van Bijnen heeft gezegd omtrent de wijze
van bejaardenzorg meent spreker vooralsnog als diens persoonlijke mening
te moeten opvatten en niet als die van de fractie. Ook het college is het
in deze niet met de heer Van Bijnen eens. Bij de behandeling van de
bejaardenzorgnota hoopt spreker hierover nog uitvoerig met de heer
Van Bijnen van gedachten te wisselen.
Hij dankt de heer Quadekker voor diens schouderklopje en hoopt, dat
de toon van de nota zal bewijzen, dat diens muzieklessen hebben geholpen.
Het doet spreker genoegen, dat de heer Quadekker met de voltallige
fractie is gaan kijken in de werkplaats Zonneschijn. Ook spreker is van
mening, dat een nieuwe huisvesting dringend noodzakelijk is. De totstand
koming van de nieuwe behuizing wilde tot voor kort niet vlotten, omdat
de rijksgoedkeuring niet kon worden verkregen. Alle middelen zijn aan
gewend om deze zaak te bespoedigen tot zelfs een fotoreportage van de
huidige huisvesting. Burgemeester en wethouders hebben alles gedaan
om deze zaak snel voor elkaar te krijgen. Spreker hoopt, dat het nieuwe
gebouw in 1961 kan worden geopend.
Zowel de heer Van Bijnen als de heer Vis hebben het probleem der
gemeenteclassificatie weer aangesneden, en terecht. Spreker heeft zich
in deze zaak, die al 23 jaar lang slepende is, verdiept. Hij hoopt, dat er
thans vóór het zilveren jubileum een gunstige beslissing zal worden ge-