404
3 NOVEMBER 1960
zeer lieve man en een voortreffelijk huisvader, dat ik hem dus niet
ondeugend mag noemen alleen maar omdat hij wel eens voorzegt.
Met wie moet ik hem dan vergelijken? Onjuist van mij, dat ik er niet
het eerst aan dacht, want hoe dikwijls worden wij niet geconfronteerd met
contrefeitsels uit het huis van Oranje in de gang en de receptiezaal van
het gemeentehuis. De vergelijking begrijpt U al, nl. Pins Willem van
Oranje of wel Willem de Zwijger. Ook een voortreffelijk huisvader en
een lieve echtgenoot, maar hij wist te zwijgen, als het moest. Nu, mijnheer
Van Woensel, dat doet U ook; U weet ook te zwijgen als het moet en
dat is nu jammer genoeg het geval gedurende de raadsvergaderingen.
Buiten de raad is U echter niet zo stil, want wij hebben U zien en
horen ijveren om Breda bekendheid te doen krijgen in Nederland en daar
buiten toen bij gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Breda U voor
zitter was van de stichting Breda Oranjestad 1952. Wat hebt U gepraat
om de raadsleden natuurlijk bij een informatieve raadsvergadering te
bewegen fiat te geven aan de garantie voor het houden van feesten. De
raad stond er in het begin wat stroef tegenover en het bleek later, dat
uw voorspellingen juist waren geweest: geen tekorten, maar zelfs nog
vrij veel over. Wij profiteren er nu nog van.
In 1953 maakte U zich verdienstelijk bij de viering van het 125-jarig
bestaan van de Koninklijke Militaire Academie en weer kon Breda, door
uw toedoen, tonen wat het waard was.
En thans loopt U weer met allerlei plannen rond voor festiviteiten in
het komende jaar bij gelegenheid van de opening van de nieuwe verkeers-
brug bij Gorkum. Op het voormalig Chasseeterrein zal de tentoonstelling
enz. Nu - 1961 gehouden worden, met alle attracties daaraan verbonden.
Neen stil zit U niet; alleen U zwijgt dikwijls, maar doet des te meer en
dat stellen wij raadsleden bijzonder op prijs. U is bovendien een vraag
baak voor iedereen en steeds bereid die hulp te bieden of raad te geven,
die iemand nodig heeft en waartoe U dan vanzelfsprekend gelegenheid
moet hebben. In 't kort, U is een man, die achter de schermen velen tot
steun is.
U is ook een man, die vele talen verstaat. Tenminste als wij zo eens
de preadviezen en voorstellen bezien, die de raad bereiken, dan staat
daar menig vreemd woord in. Naar ik meen is U degene, die de laatste
hand legt aan die stukken of er althans de verantwoordelijkheid voor
draagt. Dus die vele vreemde woorden zijn U niet ontgaan. En nu kunt
U het geloven of niet zoals U wilt maar het overkomt mij wel,
dat ik naar een woordenboek moet grijpen om de betekenis te verstaan.
Ik kom er gelukkig dan wel uit.
Waar ik niet altijd uitkom zijn de afkortingen, die veelvuldig in de
stukken voorkomen. Het zijn meestal gangbare, doch niet altijd. Ik tracht
dan mijn licht op te steken bij iemand, die het mogelijk weten kan. En
dan gebeurt het wel dat ik er nog niet ben, want de personen, die ik
raadpleeg, weten het ook niet; naar U durf of wil ik niet komen,
omdat ik II niet voor het feit wil stellen, dat U het misschien ook niet
kunt uitleggen. Ik spaar II dat dan, doch schrijf er een afkorting van
mijzelf bij, nl. O.V.I. hetgeen betekent: Onbegrijpelijk Voor Iedereen.
Als II nu verstoord is, zou ik mij dat kunnen voorstellen, maar II is
dat niet, U is dat nimmer en toch zou er van uw kant wel eens aanleiding
daartoe kunnen zijn, als wij zien op de vele op- en aanmerkingen, die er
in deze raad gemaakt worden op voorstellen, die mede door U samen
gesteld zijn.
Neen onverstoorbaar gaat U door met uw werk, zeker hopende, dat
het de volgende keer beter gelukt.
Uw vrouw mijnheer Van Woensel heeft gelijk, U is een lieve
man, ook voor ons.